Appeltjes voor de dorst en kat-uit-de-boom-kijkers' AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS In de achter ons liggende maand juli steeg het totaal van de spaargelden bij de aangesloten banken met f 52 miljoen. Hiermee werd een nieuw record gevestigd in de maandelijkse overschotten. Aan de stijgende lijn, die sinds vorig jaar mei waarneembaar is, is derhalve nog geen einde gekomen. Onwillekeurig staat men bij het be halen van een dergelijk overschot even stil bij de oorzaken, die eraan ten grondslag kunnen liggen. Gedurende lange tijd is de ontwikkeling van de spaarmarkt onduidelijk geweest. In deze onduidelijkheid is de laatste tijd enig licht gekomen. De gunstige spaarontwikkeling gedurende het laatste halfjaar hangt vermoedelijk samen met een complex van factoren. In de eerste plaats zou gewezen kunnen worden op het feit, dat de particuliere consumptieve bestedingen in een relatief laag tempo zijn gestegen. Vooral in de sector van de duurzame consumptiegoederen vond een slechts geringe stijging plaats. Bij sommige artikelen daalde de afzet zelfs. Een en ander hangt nauw samen met de ont spanning op de arbeidsmarkt. Daardoor zijn velen kritisch geworden ten aanzien van hun bestedingen. Men heeft liever een appeltje voor de dorst voor slechtere tijden. De aarzelende vraag op de woningmarkt is vermoedelijk eveneens van betekenis geweest voor de ontwikkeling van de spaartegoeden. De kopers van woningen zijn op het ogenblik zeer prijsbewust. Een grote groep potentiële kopers aarzelt met kopen, omdat zij verwachten dat de labiele conjunctuur een druk zet op de prijzen. Anderen zien zich gedwongen de aankoop uit te stellen omdat de hoge hypotheekrente hun belet de nodige financierings middelen te verwerven. Mede onder invloed van de verhoogde spaarrentetarieven zouden de gelden van deze kat-uit-de-boom-kijkers wel eens in de spaarsector belegd kunnen zijn. In de derde plaats zijn door verhoging van de tarieven de spaarrekeningen aantrekkelijker geworden voor gelden die belegging zoeken op de kapitaalmarkt. Voor de beleggers is het interessant geworden om bij de keuze van de beleggingsvorm, ook de spaarrekening in hun overwegingen te betrekken. Daar de rentemarge tussen de spaargeld tarieven en het obligatierendement tot een minimum is teruggebracht zijn vermoedelijk vele beleggers ertoe over gegaan hun gelden risicovrij op spaarrekeningen te storten. Voor de ontwikkeling van de financiële positie van de boerenleenbanken in de maand juli, verwijzen wij naar de hierbij afgedrukte balansen. De toevertrouwde middelen stegen in deze maand met f 66,5 miljoen. Onder de uitzettingen namen de voorschot ten toe met f 14 miljoen en daalden de kredieten in rekening-courant met 5,9 miljoen. Spaarbeweging in augustus In de maand augustus werd er bij de boerenleenbanken 194 miljoen gestort en f 152 miljoen terugbetaald. Het spaaroverschot bedroeg derhalve f 42 miljoen, hetgeen f 6 miljoen meer is dan in dezelfde maand van het vorig jaar toen er f 36 miljoen werd gespaard. Bij de banken aangesloten bij de Utrechtse centrale en de R.P.S. werd in vergelijking met het vorig jaar eveneens meer gespaard. Het spaartegoed bij deze instellingen groeide aan met respectievelijk f 74 miljoen en f 26 miljoen, te vergelijken met f 66 miljoen en f 24 miljoen. Het sparen bij de bondsspaarbanken had een minder gunstig verloop. Bij deze instellingen overtroffen de stor tingen de terugbetalingen met f 47 miljoen, hetgeen f 10 miljoen minder is dan in augustus 1966. 354

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 48