de lening was gelijk aan dat van de Rotterdam-
Rijn Pijpleiding, derhalve 61/2 procent. De
koers van uitgifte - mede onder invloed van
de staatsgarantie - was op 100 procent ge
steld. Ondanks het feit dat op de inschrijvings
dag vele potentiële beleggers vakantie aan
het vieren waren, werd het leningsbedrag vol
ledig opgenomen. Het succes was groot en de
inschrijvingen werden slechts ten dele toege
wezen.
Ook de Staatsmijnen die 100 miljoen gulden
van de kapitaalmarkt kwamen vragen, werden
op de inschrijvingsdag - 17 augustus - niet in
de steek gelaten. De voorwaarden van de
lening waren voor de belegger iets gunstiger:
6V2 procent tegen 99'/2 procent, derhalve een
1/2 procent goedkoper in koers dan de door de
staat gegarandeerde lening van de Antillen.
Het leek er ter beurze desondanks even op,
dat men met deze voorwaarden niet tevreden
was. Deze stemming duurde echter niet lang
en op de inschrijvingsdag was men dit alles
helemaal vergeten. Het gehele leningsbedrag
werd opgenomen, waarbij weer de gebruike
lijke reducties moesten worden toegepast. De
Bank voor Nederlandsche Gemeenten, die als
centrale financieringsinstantie voor de ge
meenten weer om geld verlegen zat, vond de
tijd rijp om haar middelen te versterken. Begin
augustus kwam zij met de aankondiging dat zij
zou overgaan tot de afgifte van zes rente-
spaarbriefleningen 1967, waarvan het rende
ment op 61/2 procent zou zijn gebaseerd.
Elke serie had een andere looptijd, variëren
de van zes jaar en vijf maanden tot elf jaar.
In eerste aanvang was bedoeld dat van elke
serie voor vijf miljoen gulden maximaal zou
kunnen worden ingeschreven, waarbij dan als
eerste dag van verkrijgbaarstelling 16 augus
tus en als laatste 29 september was gesteld.
In verband met de ervaring die de BNG met
de laatste uitgiften van rentespaarbrieflenin-
gen had, was de termijn van verkrijgbaarstel
ling ruim gesteld - bijna anderhalve maand -
en was het leningsbedrag aan de lage kant.
Ook de grote variëteit in looptijd getuigde van
grote gereserveerdheid ten aanzien van de
verwachtingen. Weldra bleek echter dat de
belangstelling wel veel groter zou zijn dan was
verwacht. De BNG maakte snel van de kans
gebruik, om de emissiebedragen te verhogen
en het totaal op maximaal 75 miljoen gulden
te brengen. Op de eerste dag van verkrijg
baarstelling werd al voor een zó hoog bedrag
ingeschreven, dat centrale toewijzing nodig
bleek.
Tussen bovenvermelde leningen door, meld
den zich nog diverse andere kapitaalvragers,
ziekenhuizen, kerken, en dergelijke, die hun
kansen niet zonder succes waagden.
Uiteraard lagen hun voorwaarden een stuk
hoger, meestal op 7% procent tegen een koers
van 100 procent. Al met al zien wij dat de rente
gedurende de afgelopen twee maanden nage
noeg op gelijk niveau is gebleven. Onder
tussen kwam de BNG weer met een nieuwe
emissie-aankondiging op de markt. De rente
werd gesteld op 61/2 procent, de koers op
100 procent, het bedrag op 100 miljoen gulden
met een uitloopmogelijkheid naar 150 miljoen
gulden.
346