Vestigingswet paste in het kader van haar op
dracht. Direct na de oorlog had deze wet, die
onder andere de eisen van bekwaamheid en
kredietwaardigheid van de ondernemers re
gelt, zeker invloed op de concurrentieverhou
dingen. Door de veranderingen in de detail
handel, getuige het vestigingsbesluit voor ge
bruiksgoederen, komt men langzamerhand tot
regelingen, waarbij de grenzen tussen aan
verwante bedrijven komen te vervallen. Er
wordt zelfs aan een regeling voor de gehele
detailhandel gewerkt. Deze ontwikkeling zal
door de overheid in haar nieuwe ordening van
het economisch verkeer zeker opgenomen
moeten worden.
Cadeaustelsel
Omtrent alle traditionele twistpunten heeft de
commissie haar mening gegeven. De beper
king die de Wet op de inperking van het
cadeaustelsel inhield, namelijk het niet of met
toestemming mogen verstrekken van branche
vreemde cadeaus, is door de ontwikkeling in
de detailhandel, door de branchevervaging,
min of meer overbodig geworden. Overigens
handhaaft de commissie het verbod tot het
geven van cadeaus, met uitzondering van klei
nigheden van geringe waarde ten opzichte van
het gekochte, van consumptieverwante artike
len met een duidelijk aangebracht reclame-
kenmerk, en van gelijke artikelen als het ge
kochte (twee betalen, drie halen).
Korting
Tegen reële prijsverlagingen heeft de commis
sie uiteraard geen bezwaren, als de verkoper
tenminste is uitgegaan van de normale ver
koopprijs, die van tevoren reeds werd bedon
gen of door de fabrikant was vastgesteld. Dit
is gedaan om te voorkomen dat de consument
ten onrechte de indruk krijgt goedkoper uit te
zijn. Soms worden artikelen verkocht in koppel
verkoop met een ander artikel waarop een zeer
hoge winst is gezet. De commissie verwacht
echter dat deze praktijk niet een zodanige om
vang zal aannemen, dat de normale verkoop
kanalen er grote nadelige gevolgen van zou
den ondervinden.
De regeling waarbij de uitverkopen tot een
kort spanne tijds beperkt worden, wordt
gehandhaafd; een juiste aankondiging en
aanbrenging van prijswijzigingen wordt als
voorwaarde gesteld. De commissie juicht het
streven tot samenwerking toe tussen het be
drijfsleven en de consumenten om tot objec
tieve en eerlijke reclamemethoden te komen.
Ten aanzien van de winkelsluiting is de com
missie van mening, dat een wettelijke regeling
van de winkelsluiting gewenst is, maar zij acht
meer flexibiliteit in de openingsuren gewenst,
waarbij dan eventueel de ondernemer zelf de
keuze wordt gelaten. Tevens kan dan hierbij
rekening worden gehouden met de werktijden
van kantoren en fabrieken.
Conclusie
Het rapport van de commissie, gegoten in een
soort wetsvorm, bevat zeker zeer goede uit
gangspunten om te komen tot een rechtvaar
dige regeling van het handelsverkeer. Het
blijkt dat de commissie de vrijheid van de
ondernemer niet heeft willen inperken, inte
gendeel, maar zij heeft hierbij tevens de onder
nemer tegen zichzelf willen beschermen, door
sancties te stellen op maatregelen die tot een
ongeoorloofde concurrentie leiden.
320