EERLIJKE CONCURRENTIE RAPPORT ZIJLSTRA De laatste jaren zijn er in de detailhandel zeer ingrijpende veranderingen aan de gang. Som mige detailhandelaren voelen deze structuur wijzigingen als een bedreiging. Vooral de za ken die in de eerste levensbehoeften voorzien, vragen al jaren om herziening en aanvulling van de wettelijke bepalingen die de concurren tie regelen. Bedrijven die meer het karakter van 'speciaalzaak' hebben, dringen minder aan op herziening van deze wetten. De steeds voortschrijdende branchevervaging, maar vooral de oneerlijke of als oneerlijk gevoelde concurrentie, heeft de roep om zekerheid bij de kleinere winkelier doen toenemen. Economische ordening Tot in de dertiger jaren heerste in ons land de gedachte van 'laissez faire, laissez aller'. Alles moest vrij zijn en de overheid moest haar acti viteiten tot het allernoodzakelijkste beperken. Vooral onder invloed van de crisis die in die jaren heerste, kwam de wens naar voren om te komen tot een algemene wetgeving, die het economisch verkeer in goede banen moest leiden. Dit streven heeft geleid tot talrijke wet ten, onder andere de Wet op de algemeen verbindend- en onverbindendverklaring van ondernemersovereenkomsten, die later omge vormd zouden worden in de Wet Economische Mededinging, de Vestigingswet, de Winkel sluitingswet, enzovoort. De ontreddering van de jaren na de oorlog gaven dit streven nieuw voedsel. In de jaren vijftig kwam hierop enige reactie en begon men oog te krijgen voor de bezwa ren van de strakke ordening in het economisch leven, onder meer de inperking van de moge lijkheid om scherp te concurreren. Er kwamen nieuwe produkten aan de markt, nieuwe afzet- vormen werden ingevoerd, die de bestaande branchescheidingen trachtten te doorbreken. Handhaving van de bestaande voorschriften werd onder die omstandigheden te bezwaar lijk, ook in de ogen van de overheid. Deze moet immers, naast de belangen van het be drijfsleven, eveneens de belangen van de con sument in het oog houden. Van een zekere branchevervaging verwachtte de overheid gunstige gevolgen voor de consument, onder meer in de vorm van lagere prijzen. Dit blijkt ook uit de onverbindendverklaring van bepaal de kartelovereenkomsten. De oude wettelijke regelingen bleven echter bestaan en konden slechts gedeeltelijk worden aangepast. Het werd daardoor in het begin van de zesti- 317

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 11