nationale produkt in het komend half jaar zijn
de ontwikkeling van de buitenlandse vraag, de
binnenlandse kostenstijgingen en de krapte
op de kapitaalmarkt.
Reeds begin dit jaar verwachtte het Centraal
Planbureau dat de bruto-investeringen bene
den die van 1966 zouden blijven. In de sector
vaste-activa werd in 1966 het recordbedrag
van 19 miljard gulden geïnvesteerd. Dit be
drag zal dit jaar zeker niet worden gehaald;
men verwacht een volumedaling die welis
waar maar een procent bedraagt, maar die
toch een vrij scherpe keer betekent in de tot
nu steeds opgaande ontwikkeling.
Ook voor 1968 ziet het er naar uit dat het in
het plan '70 verwerkte groeipercentage voor
investeringen van gemiddeld 5,7 procent niet
gehaald zal worden. Vooral de particuliere in
vesteringen blijven achter als gevolg van de
voortdurende krapte op de kapitaalmarkt.
Wellicht mede door de psychologische in
vloed, die de teruggang van de conjunctuur
veroorzaakte, verbeterde de eerste maanden
van dit jaar de situatie op de kapitaalmarkt,
zodat de rente de neiging had tot dalen. Sinds
dien zijn talrijke leningen op de kapitaalmarkt
ondergebracht. De aanvankelijke rentedaling
is hiermee tot staan gebracht en is zelfs om
geslagen in een lichte stijging.
De loonkosten per werknemer zullen in 1967
waarschijnlijk met ongeveer 8 procent stij
gen, een percentage dat zeker gedrukt is door
de situatie op de arbeidsmarkt. Door de stij
ging van de kosten van levensonderhoud zal
er voor de werknemers een verbetering van
slechts 1,5 procent van overblijven.
De vakbonden hebben voor 1968 aangekon
digd dat zij een grotere loonsverhoging zullen
eisen dan de produktiviteitsstijging zal bedra-
258
gen. De situatie op de arbeidsmarkt zal ech
ter te zijner tijd mede bepalend zijn voor de
ontwikkeling van de uitbetaalde lonen. De stij
ging van de kosten van levensonderhoud is
tot nu toe iets geringer geweest dan de voor
1967 geraamde 4,5 procent. De particuliere
consumptie steeg in de maanden februari-
april, naar hoeveelheid gemeten, minder dan
in dezelfde periode van 1966. In mei zijn vooral
de verkopen van duurzame verbruiksgoede-
ren minder snel gestegen.
Tot slot nog enige woorden over het sluitstuk
van iedere economie: de betalingsbalans. Vo
rig jaar sloot de betalingsbalans met een te
kort van rond 200 miljoen gulden. Dit was me
de het gevolg van het tekort op de lopende
rekening van 640 miljoen gulden.
Begin 1967 werd door het Planbureau bere
kend dat ondanks de lichte stagnatie in de
Westeuropese economie, de kansen voor de
export zouden verbeteren; dit zou resulteren
in een overschot op de lopende rekening van
500 miljoen gulden. Beziet men de gang van
zaken in het eerste halfjaar dan blijkt inder
daad dat de handelsbalans sterk is verbeterd
en dat de overige sectoren gelijk zijn geble
ven. Overigens zal het resultaat zeker beïn
vloed worden door de sluiting van het Suez-
kanaal. Het tekort op de handelsbalans is te
ruggelopen van 2,7 tot 2,2 miljard gulden; de
invoer steeg met 6 procent, terwijl de export
met 8,5 procent steeg.
Na het eerste kwartaal is de totale betalings
balans eveneens verbeterd; het tekort is te
ruggebracht tot 180 miljoen gulden en het
Planbureau verwacht dat deze op het einde
van het jaar weer in evenwicht zal zijn. Dit is
zeer belangrijk omdat de strijd tegen de werk-