Een waterval van spaargeld AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS In de eerste zes maanden van dit jaar is er een waterval van spaargeld naar de boerenleenbanken gestroomd. De stortingen hebben de terugbetalingen met f 145 miljoen overtroffen; vorig jaar was dat 79 miljoen. Iedere maand kon in het afgelopen halfjaar een hoger spaarsaldo worden genoteerd dan in de overeenkomstige periode van het vorig jaar. Het hoogste spaaroverschot werd geboekt in juni. In deze maand bedroeg het spaarverschil 35 mil joen, te vergelijken met f 22 miljoen in 1966 en f 18 miljoen in 1965. Daarna komt mei met f 33 miljoen en vervol gens komen in deze volgorde februari en januari. Als gevolg van seizoensinvloeden was april met 9 miljoen het laagst. Met uitzondering van de spaarbanken aangesloten bij de Nederlandse Spaarbankbond werd bij de overige spaar- instellingen in de eerste helft van dit jaar eveneens meer gespaard dan in de overeenkomstige periode van het voorgaande jaar. Bij de Rijkspostspaarbank werd f 77 miljoen meer ingelegd dan opgevraagd, tegen 67 miljoen het vorig jaar. De banken aangesloten bij de Utrechtse landbouwkredietinstelling zagen in deze periode het spaar tegoed toenemen met f 179 miljoen, te vergelijken met 100 miljoen in 1966. Het spaartegoed van de banken aangesloten bij de Nederlandse Spaarbankbond is echter niet zo snel gegroeid. Het spaarverschil bedroeg in het tijdvak januari-juni f 259 miljoen, hetgeen f 11 miljoen minder is dan in de overeenkomstige periode van het vorig jaar, toen de opnamen de stortingen met 270 miljoen overtroffen. Voor de ontwikkeling van de maand mei verwijzen wij naar de hiernevens afgedrukte balansen. Bij een vergelij king hiervan blijkt dat de toevertrouwde middelen gestegen zijn met 62 miljoen. Hiervan komt voor rekening van de spaargelden f 33 miljoen. De rekening-couranttegoeden stegen met f 30 miljoen, terwijl de termijngelden een geringe daling ondergingen van f 1 miljoen. Aan de uitzettingenkant daalden de kredieten in rekening-cou rant met f 13 miljoen. Het uitstaande saldo voorschotten steeg met f 32 miljoen. Per saldo namen de uitzettingen derhalve toe met f 19 miljoen. Spaarbeweging In de maand juni werd er bij de boerenleenbanken 208,1 miljoen gestort en f 173,4 miljoen terugbetaald. Het spaarverschil bedroeg derhalve 34,7 miljoen, te vergelijken met 21,8 miljoen in juni van het vorig jaar. Bij de raiffeisenbanken werd f 56,4 miljoen gespaard, terwijl de R.P.S. een spaaroverschot noteerde van f 19,0 miljoen. Het spaarsaldo bij de bondsspaarbanken bedroeg in de afgelopen maand f 45,7 miljoen. 306

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 56