Sympathieke samenhang
NIEUWBOUW CCB
Onderstaande beschouwing troffen wij aan in het Eindhovens Dagblad.
Zij leek ons interessant genoeg om haar in ons maandblad op te nemen.
Wat voor plezier is er tegenwoordig nog aan,
om een kantoor te ontwerpen? In New York
en Düsseldorf, in Rotterdam en Stockholm, in
Londen en Lissabon verrijzen de verticale
rechthoeken, die worden bepaald door de ge
sloten borstweringen en de doorlopende glas-
vlakken. Al weer meer dan een decennium ge
leden heeft zich daar nog een tweede element
bijgevoegd, dat sindsdien in al diezelfde plaat
sen vanzelfsprekend is aanvaard: de lage,
brede onderbouw, waarin zich het publieke en
officiële gedeelte bevindt, waarboven het ad
ministratiegebouw rank opstijgt.
De Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
in Eindhoven wijkt van dit schema niet af; men
zou bijna geneigd zijn zich ten overstaan van
dit nieuwe gebouw te beperken tot de beant
woording van de vraag in hoeverre het een
goed exempel is binnen het type? Die vraag,
als enige criterium, zou geen recht doen aan
het ontwerp; vandaar dat ik verderop nog na
dere criteria hoop toe te voegen. Desondanks
is het niet onjuist om genoemde vraag eerst te
beantwoorden.
Wel, in dat geval kan men een sterke zijde en
een weinig opvallende zijde aanwijzen. Om
met de laatste te beginnen: de detaillering van
de vensters - met de scherpe aluminium glas
scheidingen - is misschien niet onaardig, doch
280
aangezien zo'n bouwwerk zich alleen maar op
afstand als totaliteit laat waarnemen en daar
bij kleine maten wegvallen, wordt het ont-
werpplezier van de architecten - de architect
L. de Bever en ir. J. Maas van het bureau
Kraayvanger - niet overgebracht op de be
schouwer. Zodoende blijft een betrekkelijk
oninteressant raster over dat bovendien de
dwingendheid aan de verhouding van de
bouwmassa - dat wil zeggen de verhouding
van hoogte tot breedte en lengte; toch al altijd
een problematisch punt bij verticale dozen -
volledig ontneemt: het dakvlak moet zodoen
de alleen duidelijkheid aan het waarom van
nu juist dit aantal verdiepingen verschaffen.
Wanneer men, zoals ondergetekende, juist uit
Berlijn is teruggekeerd en men heeft daar
weer eens gezien wat mogelijk is aan de hand
van het grandioze Europa Center, dan wordt
dit metrum wel heel erg vlak en inhoudloos.
Daar staat een sterk punt tegenover: de licht
en kleurwerking van de borstweringen. Het
levende egaal grijs van het lavalith neemt
kleur mee van het daglicht in zijn verschillen
de buien: een donkere wolk laat de steen
donkergrijs, witte wolken nemen het gebouw
mee in zilverig grijs, terwijl zon en blauwe
lucht het gebouw een fiere harde eigenheid
geven. Met andere woorden, de picturale