Met betrekking tot de invoering van de frac tieverzekering zijn geen verdere stappen on dernomen. De noodzaak tot invoering is tot op heden nauwelijks gebleken, terwijl juist voor het voeren van fractieverzekeringen de rede lijke zekerheid aanwezig dient te zijn dat een behoorlijke portefeuille kan worden opge bouwd, willen de kosten niet te zwaar op de portefeuille drukken. De ontwikkeling van de fractieverzekering blijft echter de volle aan dacht van de directie houden. Van grotere betekenis voor de produktie in de naaste toekomst acht ik de winstbijschrij ving in de individuele sector. Reeds heb ik opgemerkt dat in het afgelopen jaar, met na me bij de stijgende levensverzekering, het winstbijschrijvingspercentage een essentieel bestanddeel is gaan worden in de concurren tiestrijd tussen de grote maatschappijen on derling. Op de vorig jaar gehouden jaarvergadering heb ik de verwachting uitgesproken, dat in 1966 ook de collectieve portefeuille een goe de netto-vooruitgang zou vertonen. Deze groei heeft zich ook inderdaad gerealiseerd. Bedroeg de netto-vooruitgang in 1965 53 mil joen gulden, voor het jaar 1966 kon een netto stijging van 67 miljoen gulden worden geëf fectueerd. In de collectieve sector hebben bij zondere oorzaken bijgedragen tot dit fraaie resultaat, vooral bestaande in de toetreding van enkele grotere pensioenfondsen tot de BTL. Op de vorige jaarvergadering heb ik u me dedeling gedaan van pogingen die in de Stich ting Samenwerkende Verzekeringsinstellin gen werden ondernomen om tot een algehele fusie te komen van de gewestelijke schade verzekeringsmaatschappijen en BTL in die zin dat een concern zou worden gevormd met een landelijk werkende schadeverzekeringsmaat schappij en een landelijk werkende levensver zekeringsmaatschappij. Deze onderhandelin gen hebben niet tot dit resultaat geleid, daar betwijfeld werd of reeds op dit moment zulke vergaande maatregelen opportuun zouden zijn. De voorkeur werd eraan gegeven de sa menwerking geleidelijk en voor ieder werkter rein afzonderlijk te verbreden. De raad van commissarissen en de directie zullen een verdere uitbreiding van de samen werking tussen BTL en de gewestelijke ver zekeringsinstellingen blijven stimuleren. 270

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 20