ten worden voorzien door deze obligatie-uit gifte. Eigenlijk geheel tegen de verwachtingen van de markt in bleek de belangstelling op de bewuste inschrijvingsdag slechts matig. De tamelijk scherpe leningsvoorwaarden wo gen voor de belegger kennelijk zwaarder dan het sociale doel van deze lening. Toch werd nog voor een zodanig bedrag ingeschreven, dat bij de toewijzing een reductie moest wor den toegepast. De Bank voor Nederlandsche Gemeenten Nog in mei werd tenslotte aangekondigd, dat op 1 juni de inschrijving open stond op een nieuwe lening Bank voor Nederlandsche Ge meenten. Deze nieuwe lening was de vierde openbare emissie van de BNG in dit jaar. Nadat zij in de tweede helft van 1966 viermaal achtereen een 7 procent lening had uitgege ven startte de BNG op 18 januari van dit jaar met de uitgifte van een 6% procent lening groot 100 miljoen gulden tegen de koers van 98'/2 procent. Het was daarbij voor de BNG blijkbaar een volledige gok of deze emissie zou slagen: vandaar het lage emissiebedrag. De belangstelling voor dit 6%-type was echter zo groot dat de Bank op 31 januari de inschrij ving openstelde op een tweede gelijkluidende lening. Bij die gelegenheid werd de emissie- koers zelfs tot 991/2 verhoogd. Het bedrag was bepaald op 150 miljoen gulden met een uit loopmogelijkheid naar 200 miljoen gulden. Toen deze emissie een succes bleek, werd het bedrag van de lening ook daadwerkelijk tot 200 miljoen gulden verhoogd. Na deze succesvolle operaties op de kapi taalmarkt heeft de BNG vervolgens op 17 maart een 61/2 procent lening uitgegeven. Het bedrag van de lening beliep 150 miljoen gul den, de koers van de uitgifte was 100. Ook hierop werd zodanig ingeschreven dat de toe wijzing slechts zeer gering kon zijn. De nieuwe 61/4 procent BNG-lening werd uit gegeven tegen een koers van 99, waardoor het effectief rendement zich laat berekenen op 6,35 procent. Met deze 6% procent nieuwe lening is de BNG wat het rentepercentage betreft teruggekeerd op het beginpunt van januari 1966. De uitgiftekoers was toen echter 981/2 tegen thans 99. Het bedrag van deze nieuwe lening zou 100 miljoen gulden belopen, maar de bank behield zich het recht voor de lening bij overtekening te verhogen tot maximaal 150 miljoen gulden. De aankondiging van deze nieuwe BNG-emis- sie werd door de beurs niet zo vrolijk ontvan gen en de gevolgen daarvan bleven niet uit: de toch al wankele obligatiemarkt kwam on der extra druk te staan en de koersen zakten in. Zo kon men de 6 procent staatslening, waarop eind april de inschrijving openstond, zien dalen tot 971/2 procent, derhalve 7/8 pro cent lager dan de emissiekoers. Die emissie- koers - 98% - was, zoals men zich zal herin neren, uit de bus gekomen bij de toenmalige tenderinschrijving. De BNG heeft dat tenderexperiment van de staat blijkbaar niet aangedurfd. Ze heeft zelfs het emissiebedrag ad 100 miljoen gulden zeer voorzichtig laag gesteld. Al met al - wij herhalen het - zien we dus dat de rentestand eerder een neiging tot stijging dan tot daling vertoont. De toekomst zal moe ten uitwijzen hoe dit proces zich verder ont wikkelt. 246

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 44