gegaan. Deze commissie kreeg gelegenheid amendementen voor te stellen en bracht na de verwerking daarvan advies uit aan de plaatse lijke banken, die vervolgens vanaf half april, gedurende de traditionele voorjaarsronde van de directieleden door het hele land, hun ziens wijzen naar voren konden brengen. Van die gelegenheid is ruim gebruik gemaakt. De ge noemde verklaring, die nog kort voor de ver gadering was opgesteld, was een van de vruchten van dit overleg tussen centrale bank en aangesloten banken. Achteraf kunnen wij constateren dat door de zo gevolgde werk wijze al aan iedereen de kans was gegeven om zijn bijdrage tot de discussie te leveren, en dat ter vergadering niemand nog behoefte had aan verdere uitweidingen of bespiege lingen. Rest ons nog te vermelden dat na de lunch pauze de verkiezingsuitslagen geen verrassin gen brachten doordat in alle vacatures op de door bestuur en raad van toezicht voorgestel de wijze werd voorzien. Deze verkiezingen betekenden een afscheid van de heer A. Kuy- laars te Westerhoven, die de statutaire leef tijdsgrens had bereikt en daardoor niet her kiesbaar was. Zij betekenden ook een afscheid van ir. P. J. Lardinois, die was afgetreden we gens zijn benoeming tot minister van Landbouw en Visserij. In de vacature ontstaan door het aftreden van de heer Kuylaars werd voorzien door de verkiezing van de heer H. Biemans te Breda. Ir. Lardinois werd als lid van de raad van toezicht opgevolgd door mr. T. Brouwer te Wassenaar; als commissaris van de Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven' werd hij opgevolgd door de heer E. J. M. Kolfschoten te Leidschendam. 143

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 5