den met deze boerenleenbank. Deze bespre king, alsmede de resultaten van de gehouden voorjaarsbijeenkomsten, hebben het bestuur doen besluiten aan de algemene vergadering voor te stellen om zich in aansluiting aan de behandeling van de wijzigingsvoorstellen als volgt uit te spreken: 'De algemene vergadering van de Coöpera tieve Centrale Boerenleenbank, na kennisneming van de voorstellen tot wijzi ging van de statuten en van het huishoudelijk reglement van de Coöperatieve Centrale Boe renleenbank, toegezonden bij brief van het be stuur dd. 31 maart 1967; na de beraadslagingen daarover in de voor jaarsbijeenkomsten van vertegenwoordigers van boerenleenbanken met vertegenwoordi gers van de centrale bank; gelet op de toelichting van de voorzitter van de algemene vergadering en de beraadslagin gen daarover: spreekt als haar mening uit, dat I. een nader onderzoek dient te worden inge steld naar de wenselijkheid en mogelijkheid van een aanvulling in een volgende algemene vergadering van de thans vastgestelde gewij zigde statuten en gewijzigd huishoudelijk re glement van de Coöperatieve Centrale Boe renleenbank op de navolgende punten: a. de mogelijkheid van een verbeterde in spraak van de aangesloten boerenleenbanken in de organisatie van de centrale bank door middel van een orgaan met nader te regelen bevoegdheden, waarin de boerenleenbanken kringsgewijze vertegenwoordigd zijn; b. de inpassing van een zodanig orgaan in de organisatorische structuur van de centrale bank, zoals deze zal zijn na het inwerking treden van de gewijzigde statuten en het ge wijzigd huishoudelijk reglement; c. de mogelijkheid om terzake van beslissin gen van de raad van beheer, waarin bij of krachtens de statuten vastgestelde regelin gen zijn toegepast op een individuele boeren leenbank, in bepaalde gevallen beroep open te stellen op de raad van toezicht. II. dit onderzoek dient te worden ingesteld door een door de raad van toezicht van de centrale bankte benoemen commissie, waarin de boerenleenbanken met een groter aantal leden vertegenwoordigd zijn dan in de com missie, die heeft geadviseerd over de in de aanhef genoemde wijzigingsvoorstellen. III. de raad van toezicht de leden van deze commissie zal benoemen nadat op de eerst volgende najaarsbijeenkomsten voor de ver tegenwoordigers van de boerenleenbanken de gelegenheid heeft bestaan zich uit te spreken over een voorstel tot samenstelling van deze commissie. IV. het advies van de commissie tegelijkertijd met eventuele voorstellen tot aanvulling als bedoeld onder I aan de algemene vergade ring wordt overgelegd. V. het wenselijk moet worden geacht, dat eventuele voorstellen tot wijziging van de sta tuten en van het huishoudelijk reglement van de centrale bank voortvloeiend uit het onder zoek, de boerenleenbanken zullen hebben be reikt tenminste twee maanden voor de datum van de algemene vergadering, waarin deze voorstellen aan de orde worden gesteld'. 168

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 30