schijnsel, dat zodanig maatschappelijk ont
wrichtend werkt dat alom een gevoel van on
behagen ontstond, dat mede de oorzaak werd
van de politieke crisis van september van ver
leden jaar. De les, die wij uit drie jaar over-
besteding kunnen trekken is deze, dat, hoe
groots en fraai op zichzelf de plannen op het
gebied van verbetering van onderwijs, van ge
zondheidszorg en van het verkeerswezen ook
mogen zijn, de tenuitvoerlegging daarvan te
allen tijde zal moeten worden ingepast in een
sociaal-economisch beleid, dat uitgaat van de
primaire noodzaak van de handhaving van het
evenwicht tussen bestedingen en middelen.
De wagen in het spoor
In dit verband heeft de toenmalige minister
president dr. Zijlstra, bij de opening van de
nieuwbouw van onze centrale bank een duide
lijk woord gesproken, dat ik gaarne hier voor
deze algemene vergadering nog eens zou wil
len herhalen. Hij zei: 'De Nederlandse econo
mie lijkt op de man die, ondanks voortdurende
waarschuwingen van een dokter, in een te
hoog tempo is blijven doorwerken en daarna
de bekende 'lichte waarschuwing' heeft ge
kregen. De patiënt zal zich daarna, zoals be
kend, een zekere tijd in acht moeten nemen;
hij zal dan zoals de dokter pleegt te zeggen,
stokoud kunnen worden'. Bij deze uitspraak
heeft dr. Zijlstra het niet gelaten. Hij heeft de
patiënt ook het regime aangezegd, dat hij in de
komende jaren in acht zal moeten nemen. In de
eerste plaats zullen de overheidsuitgaven in
de pas moeten blijven met de reële stijging
van de produktie. Voorts zullen de lonen niet
veel meer mogen stijgen dan de toeneming
van de produktie per werknemer.
Het interim-kabinet van dr. Zijlstra, dat sedert
november van het vorig jaar is opgetreden,
heeft de eerste succesvolle poging gedaan,
om - zoals dr. Zijlstra het zelf noemde - de
wagen van ons economisch bestel weer op het
goede spoor te zetten. Met enige harde fiscale
maatregelen is het saneringsproces ingezet.
Gaarne spreek ik het vertrouwen uit, dat de
nieuw opgetreden regering de moed en de be
hoedzaamheid zal weten op te brengen, die
noodzakelijk zijn om het aangevangen sane
ringsproces tot een goed einde te brengen.
De receptuur die moet worden toegepast, is in
het door mij al meer aangehaalde jaarverslag
van de Nederlandsche Bank nog iets verder
uitgewerkt. Het beloop van de overheidsfinan
ciën, aldus wordt daar gesteld, is een uiterst
belangrijke factor voor het bereiken van het
evenwichtsherstel. De overheid zal in beginsel
haar aanspraak op de nationale middelen die
nen te beperken tot de som van de aanvaard
bare belasting druk, die in de laatste jaren on
geveer 26% van het nationale inkomen heeft
bedragen, en het maximaal toelaatbaar beroep
op de kapitaalmarkt. Telkens wanneer het uit
gavenniveau van de overheid daar boven uit
gaat, zoals in de afgelopen drie jaren het geval
is geweest, dreigt de overheid gesteld te wor
den voor de noodzaak van een zodanige mate
van inflatoire financiering, dat nationale over-
besteding en betalingsbalanstekorten onver
mijdelijk worden en het gevaar van liquiditeits
moeilijkheden wordt opgeroepen.
Wij zijn dr. Holtrop, thans oud-president van
de Nederlandsche Bank, erkentelijk dat hij in
zijn laatste jaarverslag ons een zo duidelijk
financieel-economisch testament heeft nage
laten. Hij heeft het presidentschap van de Ne-
nerlandsche Bank meer dan twintig jaar waar-
149