Van hier Gemeentelijke hypothecaire garanties Eind 1965 was de krapte op de kapitaalmarkt voor de overheid aanleiding om het bestaan de leningsplafond voor de publiekrechtelijke organen op te heffen en over te gaan tot cen trale financiering. Dat betekende voor de pro vincies, gemeenten en waterschappen dat zij leningen voor een jaar of langer slechts moch ten aangaan met de Bank voor Nederiandsche Gemeenten. De centrale financiering hield te vens in dat onder andere de gemeenten geen hogere bedragen voor rente of aflossing mochten garanderen dan zij in het jaar tevo ren hadden gedaan. Het rendement van de te garanderen leningen mocht aanvankelijk niet meer dan 1/8 procent en later zelfs helemaal niet boven het rendement van leningen van de gemeentenbank liggen. In januari 1966 werd deze regeling verzacht en kreeg de gemeente de mogelijkheid hypothecaire leningen te ga randeren ten behoeve van een door de eige naar te verkrijgen en te bewonen nieuwe wo ning. Begin april 1967 is deze mogelijkheid uit gebreid voor hypothecaire leningen die wor den gebruikt voor de aankoop van woningwet woningen door de bewoner. Middenstand onder één dak De Stichting Waarborgfonds voor de Midden stand is begin dit jaar opgeheven en haar taak, het garanderen van kredieten aan het midden- en kleinbedrijf is overgenomen door het Cen traal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf te Amsterdam. Hierdoor is een begin gemaakt met de concentratie van het grote aantal in stellingen dat op dit gebied werkzaam is. Het Instituut dat zich ten doel stelt het midden- en kleinbedrijf te begeleiden en van bedrijfseco nomische adviezen te voorzien, heeft hiermee, naast de werkzaamheden verbonden aan het Ontwikkelings- en Saneringsfonds, opnieuw een taak bijgekregen, waardoor het zijn werk zaamheden ten behoeve van de middenstand beter zal kunnen vervullen. De aanvragen moeten door de middenstanders zelf worden ingediend. Zij zullen overigens op dezelfde manier als voorheen worden behandeld. Alvo rens garanties te verlenen stelt het bureau een onderzoek in of aan de gestelde voorwaarden is voldaan. Het onderhoudt tevens contacten met de hypotheeknemers en beoordeelt hier bij de gedane offerte en de inhoud van de ont- werp-hypotheekakte. Het enige verschil met het vroegere fonds is dat de commissie van gedelegeerden, die beslist over de aanvragen, geen deel meer uitmaakt van het CIMK en be noemd wordt door de minister. In de tien jaar van het bestaan van het Waar borgfonds voor het Midden- en Kleinbedrijf heeft het zeer vele kredieten aan de midden stand gegarandeerd; tot 1965 alleen hypothe caire leningen en inrichtingskredieten, en sindsdien ook vestigingskredieten. Wij blijven het echter onjuist vinden dat de middenstan ders in vele gevallen niet zelf mogen bepalen bij welke bank zij het geld willen opnemen. Dat is wel een grote tegenstelling met het Borg stellingsfonds voor de Landbouw, dat de kre- 134

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 60