markt
Krapte op de geldmarkt
De achter ons liggende maanden februari en
maart hebben weer meer krappe dan ruime
dagen voor de geldmarkt opgeleverd. Was het
niet de financiering van de maandultimo, dan
waren het de belastingen die roet in het eten
gooiden. Aangezien de Agent van het ministe
rie van Financiën sinds 27 januari met de af
gifte van schatkistpapier was gestopt, kon af
name hiervan de geldmarkt niet aantasten.
Tenminste tot medio maart, toen de Agent
diverse soorten schatkistpapier wederom ver
krijgbaar stelde. Evenzo was het gesteld met
de anders zo gevreesde strafdepositover-
plichtingen. Ook die waren in deze twee maan
den zo minimaal dat van een verkrappende in
vloed niet kon worden gesproken.
De weekstaat per 30 januari beloofde al wei
nig goeds voor de volgende periode. Voor
381 miljoen gulden stonden de banken bij de
Nederlandsche Bank toen in het krijt. Deze
enorme krapte werd uiteraard mede veroor
zaakt door de geldopvragingen waarvoor de
banken zich in verband met de januari-ultimo
geplaatst zagen. Deze beliepen weliswaar
slechts 241 miljoen gulden, maar zij vormden
de druppel die de emmer deed overlopen. Te
voren hadden de financiële instellingen name
lijk voor zeer hoge beuragen nieuw schatkist
papier van de Agent afgenomen. De verlei
ding daartoe was erg groot: de prijzen waren
aantrekkelijk en de kans was groot dat het
Agentschap spoedig met de afgifte zou stop
pen, hetgeen op 27 januari dan ook geschied
de.
Ondanks het feit dat het rijk begin februari
voor ongeveer 140 miljoen gulden betaalde
terzake van rente en aflossing op de staats
schuld en voor bijna 200 miljoen gulden aan
bankpapier naar de banken terugkeerde, bleef
de geldkrapte aanhouden. Voor niet minder
dan 500 miljoen gulden kreeg het rijk aan be
lastingen binnen. Het kon daardoor zijn saldo
mooi opvijzelen tot hel aanzienlijke bedrag
van ruim 900 miljoen gulden.
Meer ruimte tot de ultimo
Medio februari begon het eindelijk een weinig
te dagen. De schatkist verruimde toen de
geldmarkt met ongeveer 265 miljoen gulden,
zijnde de maandelijkse uitkering aan de ge
meenten. De banken hadden aan dit bedrag
juist voldoende om daarmee de nog aanwezi
ge schuld aar, de Nederlandsche Bank te del
gen.
De daggeldrente, die sinds 27 januari op 5
procent was vastgesteld, werd naar aanlei
ding van genoemde ontspanning op 21 februa
ri teruggebracht tot 41/2 procent. Deze verla-
126