dankbaarheid. Onze dank gaat vooreerst uit
naar de architecten Evert en Herman Kraaij-
vanger en Leo de Bever en Jan Maas. In dit
verband wil ik niet eraan voorbijgaan, dat tij
dens de bouw ons is ontvallen, architect De
Bever senior, die van meet af een groot aan
deel had in de voorbereiding en uitvoering
van de bouw. Helaas heeft hij de voltooiing
van wat mede zijn schepping was niet kunnen
beleven. Aan u, architecten, komt de eer toe
waarlijk een scheppende daad in de architec
tuur te hebben tot stand gebracht. Het laatste
woord hierover zal stellig vandaag nog niet
zijn gezegd. Wij zijn u dankbaar voor uw schep
ping en voor de wijze waarop wij tijdens de
bouw met u hebben mogen samenwerken. U
hebt ons en vooral onze directie en haar me
dewerkers steeds in de gelegenheid gesteld
om met u mee te bouwen, opdat de inrichting
van de bank maximaal zou kunnen voldoen
aan de eisen, die aan onze centrale bank wor
den gesteld. De korte ervaring met de nieuw
bouw heeft ons reeds geleerd, dat u daarin
volkomen bent geslaagd. Daarvoor onze har
telijke dank.
aan de aannemer
Alhoewel velen bij de uitvoering van de bouw
waren betrokken, meen ik mij vandaag te mo
gen beperken tot het noemen van nog slechts
één naam en wel die van de hoofdaannemer,
de Nederlandse Bouw- en Betonmaatschappij
(NBB) te Best. Aan de heren Van Heeswijk
betuig ik gaarne onze dank voor de wijze
waarop zij de bouw in uitvoering hebben ge
nomen. Daarbij mogen wij onderstrepen onze
waardering voor de wijze van organisatie van
het werk tijdens de gehele bouwperiode, als
gevolg waarvan - indien rekening wordt ge
houden met onwerkbare dagen - de bouw
enkele maanden eerder dan de overeenge
komen termijn kon worden opgeleverd. In u
danken wij ook alle andere werkers aan de
bouw, in de overtuiging, dat zonder hun mede
werking het werk niet tot stand had kunnen
komen.
en aan de gemeente Eindhoven
Als wij ons vandaag verheugen in het tot
stand komen en het in gebruik nemen van ons
nieuwe gebouw, zou het niet getuigen van
werkelijkheidszin, indien wij onze gevoelens
van dankbaarheid hier in het openbaar niet
zouden kenbaar maken jegens het gemeente
bestuur van Eindhoven, dat ons de kans heeft
geboden op een zo uitzonderlijke plaats in de
stad ons gebouw te stichten. Natuurlijk was
het niet zo gemakkelijk in 1955 direct enthou
siast te zijn over een vestiging in dit gedeelte
van het stadsdeel Woensel. Het was hier nog
een woestenij, waarvan nog enige restanten
over zijn, waarschijnlijk om ook onze gasten
van vandaag te laten zien hoe het toen was.
Het was toen moeilijk zich een voorstelling te
maken van de grootse stedebouwkundige uit
leg, zoals die zich thans begint af te tekenen
met ruime wegen en met het imposante ge
bouwencomplex van de Technische Hoge
school. Daarom stemt het ons vandaag bij
zonder tot dankbaarheid, dat wij van het ge-
84