en daar heeft tevens op een energieke manier de af zet van Nederlandse tuinbouwprodukten ter hand genomen onder andere door de vorming van een reclamefonds. Ook voor de toekomst ligt er een groot werk terrein voor het Centraal Bureau open. Door het tot stand komen van de EEG-markt, maar ook door veranderingen in de afzet, wordt een nog grotere aandacht voor reclamever pakkingen, service enzovoort gevraagd. Men zal zich als producent, maar ook als vei ling nog meer moeten gaan richten op de ei sen en verlangens van de afzetorganen en vooral van de consumenten. De afzetorgani saties, die sterk aan veranderingen onderhe vig zijn, vragen meer zekerheid omtrent kwa liteit, prijs en regelmatige aanvoer. Daarom is het voor de veilingen noodzakelijk hun appa ratuur zo modern mogelijk te maken, willen zij een zo groot mogelijke service kunnen ver lenen. Dat zal echter inhouden, dat er, gezien de omvangrijke investeringen die daarvoor nodig zijn, een zekere concentratie in het vei lingwezen moet plaatsvinden. Het Bureau voor Tuinbouwveilingen is ook vaak gevraagd om adviezen inzake EEG-kwes- ties, omdat het op het gebied van de veiling en afzet van tuinbouwprodukten op een zeer grote, voor Europa unieke ervaring kan bo gen. Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw Ook voor 1968 bestaat de mogelijkheid finan ciële steun te krijgen voor projecten op het gebied van de agrarische marktstructuur uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds. De aanvragen daartoe moesten vóór 1 maart 1967 worden ingediend bij het Bureau Markt structuur van het ministerie van Landbouw en Visserij. Het ministerie onderwerpt elk pro ject aan een uitvoerig onderzoek, alvorens het aan de Europese Commissie door te zenden. Bij het verstrekken van subsidies wordt prio riteit verleend aan algemene infrastructurele projecten, die de gehele landbouw ten goede komen, en aan investeringsprojecten ter ver betering van de aanwendings- en verwer kingsmogelijkheden in het belang van een ver beterde afzet. De aanvragen moesten een beschrijving be vatten van de projecten, de geografische lig ging en de wijze van financiering. Bijstand wordt alleen gegeven aan die sectoren waar voor een gemeenschappelijke ordening van de agrarische markt in de EEG bestaat, te we ten granen, varkensvlees, rundvlees, kippe- eieren, groenten en fruit, zuivel, suiker, olie houdende zaden, oliën en vetten, rijst en wijn. 63

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1967 | | pagina 25