een half procent, twee dagen later belandde
zij echter al op drie procent - een juiste af
spiegeling van de ruimte waarmee de geld
markt eindelijk was begiftigd.
Strafdeposito
Het strafdeposito dat tot 15 december 75
miljoen gulden gemiddeld beliep was al lang
geen punt van zorg meer. Over het algemeen
hadden de banken hierop al met alle mogelijke
moeite gespaard vóórdat de november-ultimo
zich deed gevoelen. Het gevolg was dat de
banken in de tweede decemberweek veelal
zonder succes hun middelen als daggeld
trachtten onder te brengen.
Op 15 december vloeide nog eens 280 mil
joen gulden naar de geldmarkt terzake van de
maandelijkse uitkering door het rijk aan pro
vincies en gemeenten. Tegelijk begon ook de
nieuwe strafdepositoperiode te lopen. Op
grond van de overschrijding van de krediet-
beperkingsnormen zouden de banken, die
daaraan niet hadden voldaan, in de periode
van 15 december tot en met 14 januari voor
76 miljoen gulden bij de Nederlandsche Bank
renteloos moeten aanhouden. Derhalve vrij
wel evenveel als in de vorige periode waarin
het bedrag 75 miljoen gulden beliep.
Het sparen op deze verplichting alsmede de
bankbiljettenuitzetting, die toen weer merk
baar werd, gaf de banken mogelijkheid om
aan hun beschikbare middelen een iets beter
emplooi te geven. Al bleef de daggeldrente
officieel en ook reëel op drie procent gehand
haafd, tegen deze prijs bleek in ieder geval
voldoende vraag te bestaan. De ruimte was
voor de banken ook aanleiding om hun schat
kistportefeuille weer wat aan te vullen. In en
kele weken tijds plaatste de Agent van het
ministerie van Financiën voor bijna 200 miljoen
gulden aan promessen en biljetten. Pas op 22
december gaf de verkrapping van de geld
markt aanleiding om de officiële daggeldrente
te verhogen naar vier procent.
De jaarultimo
Voor de laatste dagen van het jaar werd weer
een grote verkrapping verwacht. Geschat
werd dat de uitzetting van de bankbiljetten-
omloop in verband met de jaarultimo rond 600
miljoen gulden zou bedragen. Een dergelijke
geldmarktonttrekking zouden de banken nooit
zonder hulp kunnen opbrengen. Maar min of
meer onverwachte betalingen van het rijk, als
mede deviezenaankopen door de Nederland
sche Bank, vulden de banksaldi dusdanig aan,
dat ook voor de laatste week van het jaar de
ultimofinanciering tamelijk soepel verliep. Ge
durende de laatste dagen stroomde het bank
papier zelfs weer terug.
Het jaar in vogelvlucht
De geldmarkt was in het afgelopen jaar bijna
zonder ophouden krap. Hoge geldmarkttarie
ven geven hieraan uiting: De daggeldrente
kwam enkele malen ver boven de vier procent
uit. Prijzen voor kasgeldleningen aan gemeen
ten schommelden in vergelijking met vorig jaar
op een niveau dat een stuk hoger lag. De ge
meenten trachtten namelijk, bij gebrek aan
langlopende financieringskansen, op die wijze
hun investeringen te dekken met kortlopende
leningen. Aflopende kasgeldleningen moesten
zij dan ook telkens vernieuwen.
De rentestijging op de geldmarkt kwam onder
31