op 99% gesteld, terwijl de vorige leningen a pari werden geplaatst. Een tweede afwijking was het bedrag van de emissie. Bij de beide voorafgaande uitgiften behield de BNG zich namelijk het recht voor om bij overtekening het bedrag der lening tot een bepaald maximum te verhogen, hetgeen in feite ook telkens gebeurde. Ditmaal werd in deze uitloopmogelijkheid niet voorzien. Op de dag van de inschrijving bestond alge meen de indruk, dat de vraag enigszins was te gengevallen. Van de zijde van het publiek viel een geringere belangstelling te constateren. Ook van de zijde van de institutionele beleg gers en van het buitenland was de interesse wel eens groter geweest. Dat neemt niet weg, dat de BNG toch op een voldoende succes kon bogen, zódanig dat volgens mededeling van de bank bij de toewijzing een belangrijke reductie moest worden toegepast. Blijkens het emissieprospectus kwam door deze nieuwe lening het door de BNG opgeno men bedrag aan obligaties en langlopende on derhandse leningen voor het eerst boven de 10 miljard. De tussentijdse balans per 1 ok tober gaf aan, dat de obligatieleningen tot 5.091 miljoen en de vaste onderhandse le ningen tot 4.916 miljoen waren gestegen. Minder succesvol verliep de op 18 november opengestelde inschrijving op f 7 miljoen 71/2% Overzicht van de voornaamste posten van de weekstaten van de Nederlandsche Bank 31/10 7/11 14/11 21/11 28/11 Goud 6233 6233 6234 6234 6234 Deviezen 1034 1093 1097 1102 1111 Goud en deviezen 7267 7326 7331 7336 7345 Portefeuille 1138 1138 1138 1138 1139 Voorschotten 414 384 314 155 39 Banken 21 16 21 217 104 Andere ingezetenen 23 33 51 63 28 Schatkist 669 1019 1079 705 373 Bankbiljetten in omloop 8048 7773 7622 7635 8015 6595

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 37