Wij lazen... dat kort geleden twee Belgen van een Belgi sche rechtbank een boete kregen van vijfen twintig Nederlandse guldens. Zij waren straf baar ingevolge een wet uit 1818, dus uit de tijd toen België en Nederland nog één land vorm den onder koning Willem I. De geldstraffen staan in die wet nog altijd aangegeven in de oude muntsoort: Nederlandse guldens. dat de Duitse Bondsdag zich zorgen maakt over het familiekarakter van het pluimveebe- drijf in Duitsland. Men wil dat familiekarakter behouden en de bedrijven mogen daarom niet al te groot worden. Daarom is een wetsvoorstel ingediend, bepalend dat één bedrijf per jaar hoogstens 120.000 piepkuikens mag opfokken, en dat het slechts 10.000 legkippen mag om vatten. Meer niet. Het betreft hier natuurlijk maar een kippewetje, maar de in deze wet vastgestelde boete - tienduizend mark per overtreding - is toch minder mals dan in dit verband mocht worden verwacht. dat in Zweden voor het eerst een vrouw tot bankdirecteur werd benoemd. Haar taak is echter voor de buitenwereld niet helemaal dui delijk want de taakomschrijving luidt: uitvoe ring van bijzondere opdrachten. dat de coöperatieve banken in Hongarije in 1945 door de communisten zijn opgeheven. Maar na een aarzelend begin in 1956 zijn zij weer tot bloei gekomen en ze tellen nu 400.000 leden. Ook het dienstbetoon van deze banken werd uitgebreid. Zo hebben ze tegenwoordig ook agentschappen van de staatsloterij en van de voetbaltoto. dat de schipper van een sleepboot in Rotter dam een mislukt bankbiljet van honderd gul den ontving. Het biljet is blijkbaar niet vervalst maar eenvoudig misdrukt, en gezien de scher pe controles daarop is het dan ook een raadsel hoe een dergelijke mislukkeling in circulatie kon komen. De tekst en afbeelding van de voorzijde zijn voor een groot deel 'doorge drukt'. Het zou wel eens kunnen dat deze zeld zame mislukking de schipper meer oplevert dan de honderd gulden die erop vermeld staat. dat het ook op veehouderijbedrijven mogelijk zou zijn een 48-urige werkweek in te voeren. Uit een onderzoek in Wageningen bleek name lijk, dat koeien niet per se om de twaalf uur hoeven te worden gemolken. Men zou de dag zonder veel schade voor dier en voor melk- produktie ook kunnen indelen in een periode van negen, en een van vijftien uur. De melktij den kan men dan stellen op bijvoorbeeld: ze ven uur 's morgens en vier uur 's middags. dat het economisch leven van het Zeeuwse dorpje Krabbendijke (2.500 inwoners) tijdelijk 6588

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 30