Van de boekenplank
Problematiek van de landbouw in het proces
van strukturele veranderingen bij algemeen-
economische groei, door dr. F. W. J. Kriel laars,
H. E. Stenfert Kroese NV, Leiden, 1965, 206
blz., f20,75.
Er is door de sociaal-economische ontwikke
ling in de rijkere landen een dynamisch pro
ces van structuurveranderingen in de land
bouw gaande. De gevolgen hiervan zijn, ook
voor de nationale economie in haar geheel,
zo ingrijpend dat overheidsbemoeienis met de
agrarische sector noodzakelijk is. Hierdoor is
er een conglomeraat van middelen voor een
landbouwbeleid mogelijk en veelal tevens ge
wenst. Welke middelen in feite moeten wor
den aangewend, is een geheel andere kwes
tie. De literatuur geeft veel ideeën en analy
ses over de agrarische vraagstukken. Niette
min vertoont de keuze van de middelen waar
mee men de gestelde doeleinden kan berei
ken, ook internationaal gezien, een rijke ver
scheidenheid. Om niet alleen selectief maar
ook analyserend een waardevolle verduide
lijking op dit terrein te bewerkstelligen, is een
diepgaande en uitgebreide studie van de
landbouwproblematiek vereist. Dr. Kriellaars,
thans secretaris van de K.N.B.T.B., heeft de
moed gehad een dergelijke studie te beginnen
en met een promotie cum laude te beëindigen.
Deze luisterrijke bekroning van een weten
schappelijk werk is gegrond op de weergave
van de feitelijke agrarische problematiek on
der omstandigheden van economische groei
enerzijds en van het beleidsinstrumentarium
en zijn betekenis ten behoeve van de land
bouw anderzijds. De verschillende beleidsin
strumenten worden daarbij nader onderzocht.
Men moet dit niet zo opvatten alsof de land-
bouwpolitici wordt voorgehouden wat zij moe
ten doen. Wel vinden zij in het boek van
Kriellaars veel bouwstenen, maar de uiteinde
lijke conclusies en de praktische gedragsre
gels laat de schrijver over aan de politici zelf.
De grens is duidelijk in het boek herkenbaar.
Overigens vindt dr. Kriellaars 'de' oplossing
voor de landbouwproblemen evenmin als zijn
voorgangers. Wel geeft hij een overzicht en
een analyse van actuele problemen met een
beschrijving van mogelijke deeloplossingen.
Daarbij ademt het proefschrift de geest van
een opvallend goed geslaagde combinatie van
grote praktische ervaring en wetenschappe
lijke belezenheid. Dat wil evenwel niet zeg
gen dat de echte wetenschappelijke vorser
bij het lezen van deze dissertatie volkomen
aan zijn trekken komt. Een theoreticus, ge
wend als hij is aan de wereld van de bespie
geling, het ontastbare, de rijke maar moeilijk
grijpbare wereld van de theorie, vindt in het
boek van Kriellaars wellicht te weinig om ge-
6540