echter 1,5 miljoen op emissievoorwaar- den vooraf was geplaatst. Vervroegde gehele of gedeeltelijke aflossing zou slechts moge lijk zijn vanaf 1977 hetgeen dus inhield dat men voor 10 jaar verzekerd was van het aan trekkelijke rendement van 7'/2%. De storting zou op 25 oktober moeten geschieden. De voorwaarden van deze emissie waren on geveer aantrekkelijker gesteld dan die van de BNG-lening. Rekening houdend met de kwaliteit van beide emittenten was dat ver schil echter geen overbodige weelde Medio oktober werd zowaar eindelijk weer een aandelenemissie aangekondigd. De KLM zou overgaan tot de uitgifte van 50 miljoen nieuwe aandelen a 200%, waarop met de oude aandelen in verhouding van 1 4 zou kunnen worden ingeschreven. Begin november zou het definitieve prospectus hierover verschij nen. Deze emissie zou voor de Nederlandse beleggers weinig beleggingszorgen opleve ren, want van de in particulier bezit zijnde aandelen KLM bevindt zich thans ongeveer 95% in Amerikaanse handen. Daarnaast had de staat reeds toegezegd dat hij volledig ge bruik zou maken van zijn claimrecht, waar door hij zijn meerderheidsbelang in de KLM volledig zou handhaven. In verband met de grote investeringen die de exploitatie van het aardgas met zich mee brengt werd eind oktober de uitgifte van een nieuwe emissie van de Nederlandse Gasunie aangekondigd. Dit zou de tweede lening van het jaar zijn. In april werden 150 miljoen ey2% obligaties uitgegeven. Daarnaast wer den onderhandse leningen tot een totaal be drag van circa 200 miljoen geplaatst, waar van de storting voor ongeveer de helft pas in 1967 zal geschieden. Behalve de nog te ontvangen stortingen op genoemde onderhandse leningen wordt de financieringsbehoefte tot ultimo 1967 thans nog geraamd op circa 350 miljoen. Onder aftrek van de nieuwe emissie zal de Neder landse Gasunie zich in 1967 dus zeker voor nog 250 miljoen op de kapitaalmarkt moe ten beroepen. Aandelen Op de aandelenmarkt viel bij de beleggers weinig lust te bespeuren om grote activiteiten te ondernemen noch aan de koop- noch aan de verkoopzijde. Ondanks het lage koerspeil waarop de aandelen zich op het ogenblik over het algemeen bewegen, waagde men zich toch niet op dit wat riskante terrein. Al heeft de val van het kabinet-Cals de beurs nagenoeg onberoerd gelaten, het is toch wel duidelijk dat de kabinetscrisis de reeds be staande onzekerheid en het gebrek aan ver trouwen nog heeft vergroot. Het is te hopen dat althans die bron van onzekerheid spoedig van de baan zal zijn. 6538

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 28