Normaal gesproken zou medio oktober de
geldmarkt in ruimer vaarwater zijn gekomen.
Toen namelijk moest het rijk voor circa
280 miljoen uitkeren aan de provincies en
gemeenten. Verder moest het ook nog voor
bijna 120 miljoen betalingen verrichten ter
zake van aflossing van vervallen schatkist
papier. Laatstgenoemde betaling had volledig
betrekking op vervallende schatkistpromes
sen, die in de loop van dit jaar bij de Agent van
het ministerie van Financiën waren afgeno
men.
De Agent richt de looptijd van dergelijke af-
giften de laatste jaren namelijk zoveel mo
gelijk op de behoefte van de geldmarkt. Af
hankelijk uiteraard van het disconto en de
ruimte op de markt maken de banken van de
hun geboden gelegenheid steeds een gretig
gebruik. Dat de afname dit jaar is tegenge
vallen komt voornamelijk door de bijna onaf
gebroken krapte waarin de geldmarkt ver
keerde. Vorig jaar oktober bijvoorbeeld ver
viel voor niet minder dan 258 miljoen van dit
papier.
De weekstaat per 17 oktober laat ons echter
zien, dat het saldo van de schatkist ondanks
bovengemelde betalingen slechts met circa
190 miljoen daalde. Dit houdt dus in dat
niet minder dan 200 miljoen in de vorm van
belastinggelden naar de schatkist was ge
vloeid.
De geldmarkt kon dus een verruiming consta
teren van ongeveer eenzelfde bedrag. De
banksaldi stegen dientengevolge tot f 220
miljoen. Dat deze verruiming echter niet vol
doende bleek om de stemming te veranderen
en de daggeldrente te verlagen komt voor
namelijk doordat met ingang van 17 oktober
de nieuwe strafdepositoperiode begon. Re
kening houdende met de nog komende belas
tingbetalingen en de oktober-ultimo wilden
de erbij betrokken banken uiteraard zo spoe
dig mogelijk hun depositoverplichtingen in
lossen. Vandaar naar alle waarschijnlijkheid
ook dat op die datum nog voor ruim f 120
miljoen bij de Nederlandsche Bank voorschot
ten waren opgenomen.
Strafdeposito
Blijkens mededeling van de Nederlandsche
Bank zouden de banken, die per ultimo augus
tus meer kredieten hadden verstrekt dan vol
gens de in de kredietrestrictieregeling neer
gelegde normen geoorloofd was, in de periode
van 17 oktober tot en met 14 november slechts
f 40 miljoen bij haar moeten aanhouden in
de vorm van renteloze deposito's. Deze me
dedeling was voor de geldmarkt uiteraard een
prettig geluid. Ten opzichte van de vorige pe
riode was dit een verlaging met niet minder
dan 51 miljoen.
De verlaging van dit strafdeposito betekent
een voortzetting van de dalende lijn in de
deposito's waarmee de overschrijdingen van
de kredietgrens worden gestraft. Zo zagen wij
dat in de periode van 15 juli tot 15 augustus
nog 212 miljoen moest worden aangehou
den. Dit strafdeposito liep in de volgende pe
riode terug naar 148 miljoen. Weer een
maand later werd het f 91 miljoen en thans
f 40 miljoen.
Deze dalende beweging draagt echter een
6534