Geld- en Kapitaalmarkt
een half procent moest worden verhoogd naar
3 V2
De geldmarkt heeft het in de afgelopen maand
weer eens zwaar te verduren gehad. De span
ningen werden voornamelijk veroorzaakt door
grote belastingafdrachten zoals die telken-
jare rond deze tijd plegen plaats te vinden. Wij
doelen vooral op de voldoening van de voor
lopige aanslagen in de vennootschapsbelas
ting, die voor dit jaar geraamd werden op cir
ca 1.300 miljoen. Al is men elk jaar hierop
weer bedacht, steeds hoopt men dat tegen
krachten de spanningen zo niet opheffen dan
toch zeker verzachten.
Een gelukkige omstandigheid was gelegen in
het feit dat de banken in de laatste weken
van september even op verhaal konden ko
men. Vóórdat de oktobermaand was inge
luid hadden zij de hun opgelegde deposito
verplichtingen reeds voor een groot deel inge
lost. Voorts konden de ultimo-uitzettingen zon
der grote spanningen opgevangen worden.
Dit blijkt onder meer uit het feit, dat de offi
ciële daggeldrente pas op 30 september met
Rond die tijd begonnen de belastingbetalin
gen de geldmarkt af te romen. De week
staat van 3 oktober toont aan dat toen reeds
voor ongeveer f 225 miljoen verhuisd was
naar 's-Rijks Schatkist. Deze forse start van
de belastingbetalingen gecombineerd met de
financiering van de september-ultimo moest
uiteraard de sfeer op de geldmarkt keren.
Op 3 oktober werd de daggeldrente op 4%
gebracht. Dat deze verhoging reëel was blijkt
wel uit de weekcijfers van de Nederlandsche
Bank per diezelfde dag. De saldi van de ban
ken waren met 300 miljoen teruggelopen tot
ongeveer 50 miljoen. Daarnaast hadden de
banken voor niet minder dan 185 miljoen
de hulp van de Nederlandsche Bank ingeroe
pen.
De weekstaat per 10 oktober kon al niet veel
beters bieden. Dankzij die terugvloeiing van
f 250 miljoen bankpapier alsmede dankzij de
opbrengst van 95 miljoen wegens deviezen-
verkopen aan de Nederlandsche Bank konden
de banken de grote belastingafdrachten ech
ter toch nog redelijk opvangen. Deze eisten
die week circa f 320 miljoen op.
Per saldo konden de banken de bij de Neder
landsche Bank opgenomen voorschotten
zelfs terugbrengen naar 120 miljoen waarbij
het tegoed echter daalde tot de minimale
stand van f 20 miljoen. De banken waren hier
bij derhalve op een punt aangeland waarop
zij weinig tegenspoed meer konden verwer
ken.
6533