ontvangt de spaarder aan het einde van de
looptijd een belastingvrije bonus van 20% na
tien jaar of van 30% na vijftien jaar. En als hij
de voorgeschreven jaarlijkse besparingen niet
tussentijds heeft onderbroken of stopgezet,
ontvangt hij boven en buiten genoemde bonus
nog eens een toeslag van 5%, waardoor de
bonus in feite tot 25 of 35% wordt verhoogd.
Bij onderbreking van de besparingen vervalt
deze toeslag en wordt de bonus met een nog
vast te stellen percentage verminderd.
Iets dergelijks geldt ook voor de in het wets
ontwerp genoemde spaareffecten, maar daar
over kunnen wij korter zijn. Want ook die
moet de bezitter die van de in deze wet ge
boden voordelen wil profiteren, een tijdlang
in zijn bezit houden. Naargelang de spaarder
zijn spaareffecten gedurende vijf, of tien, of
vijftien jaren, onbezwaard in zijn bezit heeft
gehad, ontvangt hij na afloop van die tijd een
bonus van 5%, 10% of 15% van de prijs die
hij bij de aankoop van de effecten heeft be
taald.
Deelneming en deelnemingsgrenzen
Van belang is verder, dat het elke spaarder
vrij staat, meerdere van de genoemde waarde
papieren te kopen. Maar, om ook meerdere
malen voor rentetoeslag en bonusuitkering in
aanmerking te komen, moet hij dan ook zijn
jaarlijkse besparing verhogen tot een over
eenkomstig veelvoud van 50. De maximale
bijdrage echter die aan een en dezelfde spaar
der mag worden gedaan is begrensd op 700,
voor echtparen die beiden deelnemen op
1.400 samen. Deze rentetoeslagen en bonus
sen zijn belastingvrij. Gunstige regelingen zijn
in het wetsontwerp voorzien voor gevallen van
faillissement, emigratie, overlijden.
Ook zij, die reeds sparen binnen het kader
van de Algemene Premiespaarwet, kunnen
aan deze nieuwe bezitsvormingsactie deelne
men. Anderzijds kan ook aan deze nieuwe
bezitsvormingsregeling - evenals aan de 'Al
gemene' Premiespaarwet - niet iedereen
deelnemen. Als voorwaarde geldt namelijk dat
de spaarder minimaal 21 en maximaal 59 jaar
oud is, terwijl zijn inkomen volgens de laatste
belastingaanslag niet hoger mag zijn geweest
dan vijftienduizend gulden.
Door velen zal dit punt worden beschouwd
als een onvolledigheid in de nieuwe regeling.
Een ander punt, dat wij als een regelrechte
tekortkoming in het wetsontwerp beschou
wen, is het feit dat de wetgever in dit verband
naar het schijnt helemaal niet aan de zelfstan
digen heeft gedacht. Zeker, ook zij kunnen
aan de ontworpen regeling meedoen, maar de
wetgever ziet voorbij aan het feit dat een der
gelijke deelneming voor hen niets anders be
tekent dan een sparen buiten het eigen be
drijf. Wellicht kan dat punt worden gewijzigd
of aangevuld.
6528