gevoeld? Zal de overdracht van woningwet
woningen aan de huidige bewoners een nieu
we financieringsvraag doen rijzen? Maar on
danks die en dergelijke voor ons belangrijke,
en in de nota opengelaten vragen, erkennen
wij gaarne dat de Spaarnota een interessant
en goed leesbaar geschreven stuk is, dat met
name een duidelijk beeld geeft van de bete
kenis die de besparingen hebben, zowel voor
de particuliere bezitsvorming als voor de in
vesteringen die in ons land noodzakelijk zijn.
Bezitsvormingsbeleid
Inzake de bezitsvorming moet worden gezegd,
dat de gedachten die daarover bij de rege
ring leven, niet van vandaag of gisteren zijn.
In feite bestonden zij al in de dertiger jaren,
in de tijd toen Romme minister van Sociale
Zaken was. Het aan de oudere lezers wel be
kende 'kwartje van Romme' lijkt na dertig ja
ren van prijs- en loonstijgingen, in onze wel
vaartsstaat wat peuterig, in werkelijkheid was
het een eerste overheidspremie op een parti
culier initiatief om te sparen. Het had geen an
der doel dan het huidige bezitsvormingsbe
leid: bezitsvorming ook bij de lagere inko
menstrekkers. De particulier moet zelf enige
spaarzin opbrengen, de overheid doet er goed
aan die spaarzin aan te kweken en te bevor
deren. Dat is nog steeds een grondgedachte
bij het huidige regeringsbeleid.
Men vindt die grondideeën bijeen in een nota
van een vorig kabinet: de 'Bezitsvormings
nota' van november 1959. Overeenkomstig
dat kader kwam in de laatste tien jaren aller
eerst - in 1958 al - de Jeugdspaarwet tot stand,
waarmee het spaarplan De Zilvervloot werd
ingevoerd. Medio 1965 waren er al 657000
jeugdspaarders; zij brachten samen 405 mil
joen bijeen. Vervolgens kwam er een Premie
spaarregeling voor rijksambtenaren; ultimo
1964 namen daaraan 56% van alle belang
hebbenden deel. Een wet betreffende premie
spaarregelingen en winstdelingsspaarregelin-
gen voor werknemers verleende in 1961 on
der meer vrijstelling van belasting en sociale
lasten voor de werkgeversbijdragen. In 1963
volgde een regeling inhoudende fiscale faci
liteiten voor de bezitsvorming door middel van
aankoop van effecten. Tenslotte vormde de
Algemene Fremiespaarwet van 1965 het sluit
stuk. Al die regelingen hebben ten doel met
overheidspremies, belastingvrijdom van werk
geverspremies of op andere wijze, het sparen
en daarmee de vorming van eigen bezit te be
vorderen. Op dat terrein ging de regering nog
verder door bij de Tweede Kamer een wets
ontwerp in te dienen tot oprichting van een
Bezitsvormingsfonds, dat moet dienen tot vor
ming van duurzaam persoonlijk bezit.
Voor al die maatregelen vragen de ministers
bijzondere aandacht en zij wijzen daarbij met
name ook op de mogelijkheid tot verbetering
en uitbreiding van de door de diverse bedrij
ven voor de werknemers getroffen premie
spaarregelingen en regelingen waardoor de
werknemers delen in de winst. Het aantal bij
de overheid bekende ondernemingen met pre
miespaarregelingen vertoonde een verheu
gende groei: van medio 1959 tot medio 1966
steeg het van 320 tot 1465. Het aantal regelin
gen betreffende winstdeling steeg sinds 1959
van 98 tot 557. Vooral van deze laatste echter
voldoet maar een beperkt aantal aan de wet
telijke eisen waardoor werkgeversbijdragen
in aanmerking komen voor vrijstelling van fis
cale en sociale lasten.
6520