Miljardendans ROND DE RIJKSBEGROTING I, ALGEMEEN Twintig miljard gulden wil onze regering uit geven in 1967. Daarvan wordt, wanneer het parlement de voorstellen inzake belastingen en dergelijke aanneemt, 94% door belastingen en andere begrotingsontvangsten gedekt. Het restant ad 1.200 miljoen moet worden ge dekt uit leningen. Voor het rijk is dat een peu- leschil, want de rijksfondsen zullen dat bedrag volgend jaar wel overhouden van de premies die zij ontvangen. Zij zijn immers verplicht dat bedrag direct te storten op speciale rekening bij 's rijks schatkist, de zogenaamde voorin- schrijfrekening. Als dus de raming van de mi nister uitkomt, zal het rijk volgend jaar geen enkele lening hoeven te plaatsen op de open kapitaalmarkt. Aan de andere kant zal het rijk wel f 560 miljoen aflossen op bestaande leningen, zodat er een grotere ruimte zal ko men voor de Bank voor Nederlandsche Ge meenten en andere emittenten. Zij zullen die ruimte stellig nodig hebben. Om de uitgaven op deze wijze te kunnen dek ken heeft de regering enige kunstgrepen moe- 6478 ten toepassen, onder meer door een aantal uitgaven voor defensie naar het volgende jaar te verschuiven en door de inning van de in komstenbelasting te versnellen. Ten dele zul len deze kunstgrepen ertoe leiden dat het te kort in 1968 groter wordt. Het kabinet heeft zich dan ook verstout om alvast een verho ging van de omzetbelasting in 1968 te sugge reren, ofschoon het ook ingeval zich geen tus sentijdse kabinetscrisis had voorgedaan, toch reeds in mei 1967 had moeten aftreden. De grootste hoofdgroep van uitgaven wordt gevormd door de uitgaven voor onderwijs, cultuur en recreatie: daaraan zal in 1967 vol gens de begroting 5,5 miljard worden uitge geven. Op de tweede plaats komt de lands verdediging, die tegen de f 3 miljard zal kos ten. Daarna komen als derde groep de uitga ven voor de volkshuisvesting, waaraan bijna f 2,5 miljard zal worden besteed. Met deze drie groepen van uitgaven is men al over de helft van de totale rijksbegroting. Als volgen de grote groepen hebben wij dan nog verkeer en waterstaat, alsmede sociale voorzieningen, die elk een kleine f 2 miljard zullen vragen. Aan de toelichting die de regering in de Mil joenennota op deze cijfers geeft is te merken dat de ontwikkeling haar zorgen baart. In de gespannen situatie waarin de Nederlandse economie op het ogenblik verkeert, zou het beter zijn als de overheidsuitgaven in totaal gezien wat lager konden worden gesteld. Maar in vele gevallen is dat eenvoudig onmo gelijk omdat de uitgaven op wettelijke ver plichtingen berusten. In andere gevallen gaat het om uitgaven zoals die voor woningbouw, wegenaanleg, onderwijs en vele andere, waar- In de Rijksbegroting is het soms moeilijk, door de bomen het bos nog te zien

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 8