Op speurtocht in een nog niet begonnen jaar MACRO-ECONOMISCHE VERKENNING Verkenning en plan Men kan de directeur van het Centraal Plan bureau in 's-Gravenhage, de nog jonge eco noom prof. Van den Beid, een plannenmaker noemen. Bij zijn benoeming kort geleden kon men dat in diverse bladen lezen; hij staat im mers aan het hoofd van het bureau dat de op steller is van het centraal economisch plan. Maar als zodanig verdient hij ook de naam ver kenner, want aan elk gepubliceerd 'plan' gaat een 'verkenning' vooraf. Zo verscheen in sep tember de macro-economische verkenning voor het jaar 1967. Het is een soort terreinver kenning in het economisch leven van het jaar 1967 dat nog moet beginnen. Het plan zelf over 1967 mag pas worden verwacht in april van het komende jaar. Het zal uitvoeriger zijn dan de verkenning, meer uitwerkingen bevatten en op recenter gegevens zijn gefundeerd Een dergelijke verkenning wil niet meer ge ven dan een zeer beknopt beeld van het eco nomisch leven in het nog komende jaar. Het zeven maanden later verschijnende plan geeft niet alleen een uitvoeriger, maar vaak ook juister beeld van het economisch leven van datzelfde, dan inmiddels begonnen, maar nog lang niet beëindigde jaar. In de verkenning van het volgende jaar (1967) vindt men ter ver gelijking de overeenkomstige cijfers over de vorige jaren nog eens terug; die zijn dan ten tweeden male gecorrigeerd. Wat overigens niet verhindert dat het definitieve beeld over 1966 - dat immers nog niet ten einde is - wel eens nóg anders kan uitvallen. Wij zouden dat met een enkel voorbeeld wil len illustreren. In september 1965, dus in de verkenning voor 1966, werd verwacht dat het prijsniveau van. de in dit jaar in Nederland in te voeren goederen gemiddeld een procent lager zou zijn dan dat prijspeil in 1965 was. In april 1966, dus in het plan-1966, corrigeerde het Planbureau deze verwachting, stellend dat het invoerprijspeil in 1966 waarschijnlijk even hoog zou zijn als het in 1965 was. Vorige maand echter, dus in de verkenning voor 1967, was het op grond van ingekomen gegevens van oordeel dat dit prijsniveau in 1966 een half procent hoger zal zijn dan in 1965. Dat lijken maar kleine verschilletjes. Maar H/2% van de totale invoerwaarde maakt een verschil van niet minder dan 350 miljoen gulden. En: het jaar 1966 loopt nog! De benaming 'plan' is eigenlijk misleidend; alleen om redenen van traditie wordt zij ge handhaafd. De term 'verkenning' daarentegen is gelukkig gekozen. Want het plan bevat hele maal geen beschrijving van het economisch leven zoals men dat gepland heeft, dus zoals men het wil hebben. Het is een uitvoerige be- 6486

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 16