drijfstakken, steeds een stijging van de werk gelegenheid elders heeft gestaan, en hij staaft dat betoog met cijfers. Dat die ontslagen en bedrijfssluitingen in ons land niet iets van het laatste jaar zijn blijkt bijvoorbeeld daaruit, dat alleen al in de landbouw in de laatste vijftien jaren de werkende bevolking met circa 175.000 personen is gedaald. En in de detailhandel daalde sinds 1950 het aantal zelfstandigen met niet minder dan 33.000. Dat deze ver mindering van het aantal zelfstandigen niet uit een conjunctuuromslag voortvloeide, blijkt ook daaruit, dat in diezelfde vijftien jaren de totale werkgelegenheid in de detailhandel toch met niet minder dan 100.000 man steeg. Men heeft hier niet zozeer te maken met schommelingen in de welvaart, alswel met structurele en dus blijvende verschuivingen en veranderingen in het bedrijfsleven. Ziet men bedrijfsbeëindigingen en ontslagen in de ene sector, elders in de detailhandel ziet men een aanzienlijke groei, bijvoorbeeld waar het betreft de meer duurzame consumptiegoede ren als meubelen, huishoudelijke artikelen (wasmachines en dergelijke), sieraden. Een blijvend verschijnsel is ook het ontstaan van grotere bedrijven, onder andere door fusies, de vorming van inkoopcombinaties en andere samenwerkingsvormen. Die ontwikkeling naar grotere eenheden en meer concentratie wordt ook beïnvloed doordat de concurrentie van uit het buitenland steeds scherper wordt, ter wijl anderzijds de afzetmarkt door het weg vallen van de grens wordt vergroot. Kortom: de vorming van de EEG speelt in deze ontwik keling een grote rol. In het buitenland ziet men trouwens dezelfde neiging naar het vormen van grotere eenheden. Uit dat alles is duidelijk dat men een bericht over ontslagen bij een bepaald bedrijf niet zonder meer mag zien als een herfstblad in onze nog zonnige economie, want tegenover een daling hier staat dikwijls een expansieve ontwikkeling elders. Sluit de handel in ko- lenkachels voor een groot deel, dan staat daar een stormachtige ontwikkeling rond het aard gas en zijn toepassingen tegenover. Zeer snel verloopt ook de groei in de chemische in dustrie en in de verhandeling van haar pro- dukten. Toch blijft de vraag waarom zich die structu rele wijzigingen juist nu voordoen. In ant woord daarop kan men wijzen op de zeer ster ke loon- en prijsstijgingen van de laatste ja ren. Zij betekenden immers dat de kosten van de ondernemers in hoge mate stegen, hun winstmarges daalden en hun concurrentiepo sitie werd verzwakt. Daarbij kwam juist in de laatste tijd een ongekende krapte op de kapi taalmarkt en dienovereenkomstig een zeer hoge rente. Bij dat alles kon het moeilijk an ders of er zouden op diverse plaatsen in het economisch leven moeilijkheden ontstaan. Wat nu die daling van de winstmarge betreft, vooral voor de middenstand was het van enor me betekenis dat daartegenover in nagenoeg alle branches in 1965 een omzetstijging stond waardoor de margedaling werd opgevangen. Over het beloop van die omzetten in de detail handel zijn, dank zij de activiteiten van het EIM - het Economisch Instituut voor de Mid denstand - nauwkeurige gegevens bekend. Zij tonen aan dat de stijgingen in de diverse bran ches sterk uiteenlopen. Opvallend is een be langrijke toeneming van de omzet in de de- 6483

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 13