Van de boekenplank
Geld - Aspecten van het gebruik, het najagen
en verspillen. Utrecht, Aula-boeken, 1964,
18 cm., 224 blz.
Dit boekje geeft veel en goede waar voor wei
nig geld. Het is oorspronkelijk samengesteld
in opdracht van Lentjes Drossaerts in Den
Bosch, die hun relaties met deze uitgave een
interessant en in fraaie stijl uitgevoerd jubi
leumgeschenk stuurden bij hun honderdjarig
bestaan. Het zou jammer zijn geweest als de
mogelijkheid om van de inhoud kennis te ne
men, beperkt zou zijn gebleven tot deze kleine
kring. Nu is de inhoud ervan, zij het in minder
fraaie vorm, voor iedereen toegankelijk ge
steld in een pocketuitgave.
Het boek bevat zeven opstellen van even veel
schrijvers. Elk opstel gaat over het geld, maar
iedere schrijver belicht dat onderwerp op zijn
eigen wijze. Er zijn maar twee economen bij.
Vooral degenen die in hun functie steeds met
geld te maken hebben en er daardoor als van
zelf een typisch economische kijk op hebben
gekregen, kunnen door kennisneming van dit
boekje tot het besef komen dat er aan geld nog
heel wat meer vastzit dan zij zich tot dusver
realiseerden. De bundel begint met een opstel
van de econoom Wemelsfelder, die iets schrijft
over de rol van het geld in de landseconomie.
Hij heeft het voornamelijk over de oorzaken
en mogelijke bestrijding van prijsstijgingen en
doet dat op onderhoudende wijze. De eco
noom Scheffer behandelt vervolgens de rol
van het geld in het bedrijf en het gezin. Het is
interessant om te vergelijken wat deze twee
deskundigen ieder van hun kant over het spa
ren te zeggen hebben.
Daarna komen er mensen aan het woord wier
belangstelling voor het geld niet uit de beoefe
ning van de economie voortkomt. Zij hebben
allemaal wel eens meer over geld geschreven,
maar toch altijd, evenals in dit boek, vanuit hun
eigen studiegebied. De eerste van hen is de
psychiater Westerman Holstijn. Zijn bijdrage
zal voor menigeen onthutsend en wellicht
moeilijk verteerbaar zijn. Maar er bestaan nu
eenmaal ziekelijke afwijkingen, ook in 's men
sen houding tegenover het geld. De kiemen
daarvan zijn bij ieder mens aanwezig en zijn
houding wordt daardoor beïnvloed.
De socioloog Zahn maakt duidelijk hoezeer de
mensen in hun economisch streven ook gedre
ven worden door de geest van hun tijd en de
mentaliteit van de maatschappij waarin zij le
ven. Hij schrijft onder meer over het verband
tussen geld en godsdienst, maar ook bijvoor
beeld over vooruitgang en afbetaling.
Als letterkundige geeft Stuiveling prachtige
6468