gelijk zijn. Dagelijks zullen zij dan een aange past bedrag op de depositorekening moeten aanhouden. Bij een krappe geldmarkt zal dit zonder twijfel de markt nog krapper maken. Verruiming Zoals gezegd begon pas medio augustus de geldmarkt zienderogen ruimer te worden. Schatkistbetalingen, waaronder de maandelijk se uitkering aan gemeenten, de grote terugstro ming van bankpapier naar de banken en derge lijke brachten eindelijk de zolang uitgebleven verruiming. Op 17 augustus werd na een perio de van twee maanden de officiële callrente te ruggebracht op 41/2%. Dit tarief werd op 24 au gustus verlaagd naar4 en twee dagen laterzelfs naar 31/2%. Men moet voor een zo laag tarief voor daggeld teruggaan tot 23 maart van dit jaar. Deze eindelijk ingetreden welkome ver ruiming zou echter geen lang leven beschoren zijn. De, zij het kleine, bankbiljettenuitzetting in ver band met de augustusultimo, de storting op de staatslening op 1 september alsmede versnel de belastingbetalingen zouden de geldmarkt spoedig weer verkrappen. De emissiemarkt is in de afgelopen vakantie periode zeer bedrijvig geweest. Voor grote be dragen werd op de kapitaalbezitters een be roep gedaan. De emissievoorwaarden waren bijna steeds aanleiding tot een gunstig onthaal. Het succes echter dat de staat op 12 augustus te beurt viel overtrof alle redelijke en onrede lijke verwachtingen. Tegen een rente van 7% en een koers van 991/2% stelde de staat op die dag 200 miljoen aan obligaties beschikbaar. Dat tegen deze voorwaarden de belangstelling groot zou zijn, werd allerwege verwacht. Dat echter voor niet minder dan 367 miljard op deze lening werd ingeschreven kon niet meer serieus genomen worden. Aan deze enorme overtekening kon onmoge lijk de verwachting worden gekoppeld van een kentering op de kapitaalmarkt. De bijna 2000 maal waarmee de lening werd overtekend be vatte geen enkele aanwijzing omtrent de om vang van de werkelijke vraag. Slechts werd weer eens duidelijk tot welke uitwassen de welbekende majoreringspraktijken kunnen lei den. Uit het feit dat de koers van de obligatie zich in de eerstvolgende beursdagen bijna een punt boven de emissiekoers handhaafde, mag men echter wel afleiden dat de uiteindelijke vraag groter is geweest dan het leningbedrag ad. 200 miljoen. Slechts enkele dagen nadat genoemde in schrijving had plaatsgevonden kwam de Bank voor Nederlandsche Gemeenten haar kans op de emissiemarkt wagen. Evenals de staatsle ning kwam ook deze uitgifte in het geheel niet onverwacht. Aangemoedigd door het succes van de staat stelde de BNG, op 30 augustus de inschrijving open op een lening met nage noeg dezelfde voorwaarden. Het leningsbe drag stelde zij op 100 miljoen waarbij zij zich het recht voorbehield om het bedrag der lening tot maximaal 200 miljoen te verhogen. Aangenomen dat het rendement van de BNG- lening iets hoger dient te liggen dan dat van een staatslening en voorts vanwege het feit, dat 6465

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 27