Op stap met het reisspaarboekje De heer C. J. Verberne, directeur van de boe renleenbank Deurne, schreef ons het volgende. Daar een der personeelsleden al vroeg met vakantie ging, werd op onze bank de vakantie toeslag reeds in juni uitbetaald. In afwachting van concrete vakantieplannen stortte ik mijn vakantiegeld toen op een reisspaarboekje. Ons reisdoel stond toen nog niet vast. Bij goed en standvastig weer zou het Friesland kunnen worden, anders waarschijnlijk Oostenrijk. Met dit boekje in handen hadden we zelfs de moge lijkheid om, wanneer we in Friesland zouden zijn en het weer verslechterde, rechtstreeks naar het warme zuiden te trekken. Daar het weer eind juli erg onbetrouwbaar was, startten wij zaterdag 23 juli in zuidelijke richting. Reeds de eerste dag hadden we te kampen met pech. 's Middags kregen we bij Geiselwind, een klein dorpje aan de autobaan voor Neu renberg een klapband. Men sleepte ons naar een garage, maar daar bleek tot overmaat van ramp, dat het laatste bandje dat ons uit de brand kon helpen, juist was verkocht. Ze kerheidshalve hebben we maar twee nieuwe banden tegelijk besteld, maar door allerlei om standigheden konden die pas op dinsdag - dus drie dagen later - worden gemonteerd. Ik had daardoor 's maandags alle tijd om te pro beren of ik nu ook wel werkelijk met mijn splin ternieuwe EU-boekje op de bank in zo'n klein plaatsje terecht kon. Toevallig was juist die zondag de bank plechtig ingezegend en 's maandags was ik een van de eerste klanten. Het zag er keurig uit of zelfs luxueus voor 'n bank van toch betrekkelijk geringe omvang (1i/2 miljoen Duitse Marken aan toevertrouw de middelen). Er was onder andere een goed beveiligingssysteem. Zoals in Duitsland vaak het geval is waren boerenbond en bank in een bedrijf verenigd. De spaarrente varieerde hier van 41/2 tot 51/2%; voor leningen bedroeg de rente niet minder dan 9%. Ik was de eerste Hollander, die een EU-boekje presenteerde en natuurlijk kwam de chef er aan te pas en moes ten de betreffende instructies worden nage slagen. Zelfs de inspectiedienst, die juist op 'Revision' was, werd er bijgehaald. Men kon mij echter snel helpen. Ook in Oostenrijk moest natuurlijk de beurs nog eens worden gespekt; en zo kwam ik op een morgen op de Raiffeisenkasse te Afritz. Ook deze bank was slechts klein van omvang. In hoofdzaak fungeerde zij als wisselkantoor in het toeristenseizoen. Hier was ik weer de eer ste, die een EU-boekje aanbood. Doordat het naslaan van de instructies wat tijd in beslag nam, werd het kantoortje al spoedig met be zoekers gevuld en er was daardoor geen ge legenheid om met de kassier gegevens uit te wisselen over onze banken. Hier ontmoette ik 6460

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 22