Televisiecursus
'De boerderij als onderneming'
Op het schoolbord van de televisie-academie
Teleac zijn inmiddels de eerste lessen over de
boer en zijn werk 'gedraaid'. Tot het einde van
het jaar kunnen de melkveehouders, voor wie
de cursus 'de boerderij als onderneming' op de
eerste plaats bedoeld is, iedere vrijdagmiddag
tussen twaalf uur en half een op Nederland 1
terecht. Een herhaling van de lessen, ook voor
de talrijke anderen die zijdelings met de boe
ren te maken hebben, dan wel uit anderen
hoofde belangstelling hebben voor des land-
mans bestaan, draait iedere woensdagavond
van dit jaar van half zeven tot zeven uur, ook
op Nederland 1Schrijven over deze eerste, en
hopelijk niet de laatste, agrarische cursus op
de beeldbuis betekent al gauw het opsommen
van de bekende problemen van de melkvee
houder. Gedeeltelijk spelen die zaken voor elke
agrariër; of om het nóg ruimerte stellen: de les
sen financiën, bedrijfsopvolging en bedrijfs
overname zijn van belang voor iedere zelf
standige ondernemer. Andere halve uurtjes
gaan over boerderijgebouwen, voederwinning,
bedrijfsverzorging, veevoeding, machinaal
melken. En om nu de ladder van lessen maar
helemaal te beklimmen: de resterende lessen
handelen over mechanisatie (hoe kan het an
ders), veefokkerij, dierenziektebestrijding, en
de weg van de melk van de veehouder naar de
fabriek.
Sommigen zullen zich afvragen wat Teleac, een
afkorting van de volledige naam Stichting Tele
visie Academie, ertoe heeft gebracht om 'de
boer op te gaan'. Nu dan, Teleac stelt zich on
der andere ten doel, via de beeldbuis aanvul
lend beroepsonderwijs te geven in die beroe
pen waar grote veranderingen optreden. Dat
de keuze nu op de melkveehouders is gevallen
is daardoor meteen verklaard. Op de weidebe-
drijven zien we sinds jaren een massale uit
tocht van arbeidskrachten die vele eenmans
bedrijven doet ontstaan. Daarbij ziet het er
steeds meernaaruitdat van de boerop dat een
mansbedrijf wordt gevraagd per jaar een hon
derdduizend liter melk te leveren om een 'fat
soenlijk' inkomen te verdienen. Dat kost jaar
lijks 365 dagen veel tijd en inspanning, tussen
vier uur 's morgens en tien uur 's avonds. Daar
bij moet de melkveehouder z'n dag zo indelen
dat hij ruimte overhoudt voor het gezin. Dit al
les vraagt meer dan alleen maar de grote lief
hebberij voor het vee, die men bij deze mensen
steeds aantreft.
Bij de opzet van de cursus heeft men de zaken
goed aangepakt, door niet te werken vanuit de
teeveestudio maar vanuit de 'melkveestudio':
het bedrijf van de boer. Dat blijkt uit de pre
sentatie van de cursus op het scherm, die
in handen is van melkveehouder Aad van
6451