sfeer leven. Daar komt nog bij, dat de drang tot
behoud van een algemeen gebruik remmend
werkt wanneer men met die gewoonte wil
breken.
Vaak voorkomend als tussenvorm is de metho
de, waarbij de werknemers een deel van het
salaris contant en een ander deel giraal ont
vangen. Dit biedt het voordeel, dat de werkne
mer slechts zoveel in contant geld ontvangt als
nodig is voor uitgaven, die moeilijk anders dan
in contanten kunnen worden gedaan.
Een bijzonder aspect verbonden aan de girale
betaling van salarissen is de voortgaande me
chanisering van de administratie. Voor grote
aantallen werknemers wordt de loonadminis
tratie reeds op computers verwerkt, hetzij in
het eigen bedrijf hetzij door uitbesteding bij in
stellingen, die voldoende capaciteit hebben
om ook voor derden dit werk op de computer
te verrichten.
Bij deze wijze van administreren kan de com
puter ook de materialen (opdrachten, staten,
enz.) leveren, die voor girale betaling van de
salarissen nodig zijn. Er zijn reeds instellingen,
die de salarissen van het gehele personeel gi
raal betalen, waarbij de werkzaamheden vande
uitbetaling praktisch beperkt blijven tot het in
pakken en verzenden van de opdrachten, die
de computer automatisch heeft geleverd.
In deze massale verwerking van salarisbeta
lingen via de computer springt een punt naar
voren, dat voor alle bij het girale betalingsver
keer betrokken partijen van belang is, name
lijk het streven naar uniformiteit. Door zoveel
mogelijk uniformiteit wordt zowel bij de voor
bereiding als bij de verwerking zelf de snel
heid bevorderd, waarmee de gegevens kunnen
worden verwerkt.
Het is het streven naar uniformiteit, dat bedrij
ven en instellingen ertoe brengt, hun werkne
mers zoveel mogelijk te bewegen tot ontvangst
van hun salaris via eenzelfde bank- of giro
instelling. Er zijn gevallen bekend, waarbij de
werknemers slechts één mogelijkheid werd ge
laten. Voor een harmonische ontwikkeling van
het systeem van giraal betalen van salarissen
is een zodanige dwang niet bevorderlijk. Even
min als het de werkgever past zich op beslis
sende wijze in te laten met de vraag welke bak
ker of slager zijn werknemer kiest, evenmin is
het juist die werknemer te dwingen zijn beta
lingsverkeer via de door de werkgever ge
wenste bank- of giroinstelling te doen, zelfs
niet als het bedrijf of de instelling in een bij
zondere verhouding staat tot die giro- of bank
instelling. Wanneer de keuzevrijheid voor de
werknemer administratief kan worden verwe
zenlijkt, en dat is praktisch altijd mogelijk, dan
zal het bedrijf of de instelling hem deze keuze
vrijheid moeten laten. De bank- en giroinstel
lingen zullen zich uiteindelijk met elkaar moe
ten verstaan om eventuele plooien in de girale
afwikkeling van deze betalingen zoveel moge
lijk glad te strijken.
6450