In memoriam mr. Joseph Edmond Delhougne Het was voor ons allen een droevig bericht, dat de voorzitter van het bestuur van de Cen trale Boerenleenbank op zondag 24 juli plotse ling was overleden. Dat gold zeker voor dege nen, die op de daaraan voorafgaande vrijdag nog onder zijn leiding hadden vergaderd. Als vanouds leidde hij deze bestuursvergadering met energie en opgewektheid. Van de ziekte die hem begin maart had getroffen, was hij ogenschijnlijk goed hersteld. Niets wees erop dat die ziekte hem twee dagen later van ons zou wegrukken. Integendeel, hij kwam ons al len beter voor dan ooit en andermaal viel het ons op hoe kritisch onze voorzitter de zaken die aan de orde waren, wist te analyseren en te doordenken. Zo hebben wij hem steeds meegemaakt ge durende ruim twintig van de vijf en dertig ja ren die hij aan de boerenleenbankorganisatie gegeven heeft: vol belangstelling en zorg en constructief kritisch de voorstellen overwe gend. Graag nam hij actief deel aan de beraad slagingen, die onder zijn leiding plaatsvonden. Geen enkel onderdeel ontging hem en alle aspecten van de zaak hadden zijn belangstel ling. Het gelijk of het ongelijk deerde hem daarbij niet; slechts het belang van de orga nisatie ging hem ter harte. In het totaal van de boerenleenbankorganisa tie hield hij steeds zowel de belangen van de individuele leden voor ogen als die van de aangesloten boerenleenbanken en de centra le bank zelf, wel beseffend, dat het bestuur van de centrale bank bij uitstek tot taak heeft al deze belangen op een gemeenschappelijke noemer terug te brengen: door samenbunde ling van krachten in een sterke organisatie het welzijn van het individu te bevorderen. In die taakvervulling was hij als rechter in zijn ele ment: het suum cuique tribuere, 'ieder het zij ne geven' was zijn dagelijks beoefend levens ideaal. Van 1931 tot 1942 maakte mr. Delhougne deel uit van de raad van toezicht van de centrale bank. Men kan zich voorstellen hoe hij in die periode van crisis en malaise, die de Neder landse land- en tuinbouw zwaar trof, een steun is geweest voor de toenmalige leiding van de centrale bank. Naderhand, in 1956, zou wijlen mr. P. W. H. Truyen daarvan getuigen toen mr. Delhougne, die inmiddels in 1941 lid was geworden van het bestuur, vijf en twintig jaar aan de centrale bank verbonden was. In de al gemene vergadering van dat jaar sprak mr. Truyen als volgt: 'Het verheugt mij U te kunnen mededelen, dat dezer dagen aan het lid van ons Bestuur, de heer Mr. Edm. Delhougne,diesedertongeveer 25 jaren zijn zeer gewaardeerde krachten aan de leiding van onze Centrale Bank heeft gege ven, eerst als lid van onze Raad van Toezicht en daarna als lid van het Bestuur, de hoge onder- 6398

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 4