cierd. Er bestaat dan een afgezonderd kapi taal. Periodiek storten de deelnemers er be paalde bedragen in. De aanleiding daartoe is soms dat er plannen zijn ontstaan voor nieuwe aankopen. Het komt ook voor dat de afschrij ving en de berekende rente van machines en werktuigen in dit fonds worden gestort. Soms werd krediet aangetrokken dat in het fonds werd gestort. In de meeste gevallen ontbrak echter een dergelijk fonds. Men financierde de samenwerking dan meestal door alle part ners evenveel te laten betalen. Soms is het aandeel bepaald aan de hand van de bedrijfs- grootte of naar het gebruik dat de deelnemers vermoedelijk van de installaties of machines zullen gaan maken. Nog andere vormen doen zich voor. Meestal heeft men de financiering op eenvoudige wijze geregeld. Samenvattend blijkt uit het onderzoek van het LEI dat de belangstelling in agrarische krin gen voor vormen van intensieve samenwer king groeiende is. Wel zijn deze vormen veelal onvoldoende geregeld, waardoor voor moei lijkheden veelal niet gemakkelijk een oplos sing is te vinden. Het is zeer aan te raden zich voor men ermee begint uitvoerig te laten ad viseren door de bedrijfseconomische voor lichters. Het is niet bekend hoeveel van de eenmaal opgezette samenwerkingsvormen zijn ge slaagd: de verdwenen combinaties bleven ui teraard buiten het onderzoek. Wel is uit het onderzoek gebleken dat de deelnemers aan de bestaande combinaties in 93% van de ge vallen het verloop van de samenwerking goed vinden. In 95% van de gevallen verklaart men eventueel weer opnieuw een samenwerking te zullen opzetten als zich een dergelijke keu ze zou voordoen. Dit bewijst dat de samen werking aan de deelnemenden profijt kan op leveren. Een verstandige opzet is dan echter vereist. Daaraan lijkt het, gezien de uitkom sten van het onderhavige onderzoek, nog wel eens te mankeren. Ervaring is echter een goe de leermeester, mits de leerlingen leergierig zijn. 6417

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 23