Met deze problematiek hangt het vraagstuk van de juiste bedrijfsomvang nauw samen. De toegenomen concurrentie dwingt de onderne mer meer dan ooit zijn kostenpeil zo laag mo gelijk te houden. Mede gezien de stijgende ar beidskosten is voor hem een voortdurende be zinning op de vraag hoe hij tot verdere pro- duktiviteitsverbetering kan komen een eerste vereiste. Nu is dikwijls verbetering van de produktiviteit mogelijk door vergroting van het bedrijfstype, waarin door een grotere ef ficiency hetzelfde werk met lagere kosten kan worden gedaan. Zeer vele ondernemers heb ben dat reeds begrepen en hebben door ver groting van hun bedrijfsomvang hun produk tiviteit en daardoor hun concurrentiekracht beduidend kunnen verbeteren. In tal van bedrijfstakken zien we dan ook als een kenmerkende ontwikkeling een sterke vergroting van de gemiddelde ondernemings- omvang, de zogenaamde schaalvergroting. De ze gaat veelal gepaard met een teruglopen van het aantal ondernemingen, doordat de zeer kleine, minder efficiënte bedrijven zich niet meer kunnen handhaven. Zo is in de detail handel in de periode 1950-1965 de omzet per vestiging in volume met 130% gestegen. Bij het ambacht valt een nog sterkere groei van de bedrijfsgrootte waar te nemen. De volu me-omzet per onderneming nam daar met niet minder dan 1 70% toe. Met deze schaalvergro ting daalde het aantal ondernemingen. In de landbouwsector kan een overeenkomstig pro ces worden waargenomen. Het relatieve ach terblijven van de koopkrachtige vraag naar agrarische produkten en de herwaardering van de arbeid hebben ook het land- en tuin bouwbedrijf voor de noodzakelijkheid van pro- duktiviteitsverbetering gesteld. Deze werd vooral verkregen door mechanisatie. Maar ook zien we een gestadige groei van het aan tal grotere bedrijven en een vermindering van het aantal kleinere ondernemingen. Een an dere wijze van concentratie is eveneens van bijzonder belang in deze sector, namelijk de ontwikkeling van samenwerkingsvormen'. Samenwerking 'De samenwerking met anderen maakt het de kleine ondernemer mogelijk bepaalde nadelen die hij tegenover het grootbedrijf heeft te niet te doen met behoud van de voordelen van het kleinbedrijf. Bijvoorbeeld door gezamenlijke inkoop, centrale administratie, centrale ver koop, gezamenlijke research kan hij bepaalde kostenvoordelen verwerven en daardoor zijn positie tegenover het grootbedrijf versterken. In de detailhandel spelen de samenwerkings vormen reeds een tamelijk grote rol. Vele on dernemers zijn er toe overgegaan een aantal functies, welke individueel niet doelmatig ge noeg konden worden verricht in collectief verband te vervullen. Deze samenwerking kreeg gestalte onder meer in de vorm van het vrijwillig filiaalbedrijf en in de inkoopvereni ging. Van de 23.000 vestigingen in de kruide niersbranche bijvoorbeeld behoren ruim 80% tot een van deze samenwerkingsvormen. Ook in de vervoerssector heeft de samenwerking sterk wortel geschoten. Als sprekende voor beelden: de samenwerking bij het beroeps- goederenvervoer over de weg en bij de Rijn vaart. In de agrarische sector hebben reeds sedert het einde van de vorige eeuw de ondernemers de samenwerking toegepast als middel om de 6411

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 17