90 miljoen worden verminderd, tot 305 mil joen. De banken beschikten toen over een tegoed van nog slechts 35 miljoen, vermoe delijk ternauwernood voldoende om de reste rende strafdepositoverplichtingen in te lossen. Voor de periode tot 15 mei beliep deze ver plichting f 57 miljoen. Hierop moest in de laat ste week nog danig gespaard worden aange zien de banken daartoe van te voren weinig gelegenheid hadden gekregen. Op 15 mei werd de nieuwe depositoperiode in geluid. De kredietverlening was in maart op nieuw de vastgestelde norm van de toelaat bare kredietexpansie sterk te boven gegaan. Van 16 mei tot 15 juni zouden de banken die deze normen hadden overschreden renteloze deposito's moeten aanhouden tot een totaal van 130 miljoen. Derhalve een belangrijke verslechtering in vergelijking met de situatie van de laatste maanden. Betalingen van het rijk Medio mei werd de geldmarkt weer versterkt met betalingen van het rijk. Onder meer in ver band met de maandelijkse uitkeringen van het rijk aan de gemeenten beliepen deze betalin gen 250 miljoen. De banken konden daar door hun saldo met f 217 miljoen opvijzelen naar f 252 miljoen. Zij konden hiermede enigs zins vooruitlopen op de vervulling van hun verplichtingen inzake de strafdeposito's. Het op die wijze gevormde surplus was ongetwij feld hard nodig om daarmee het tekort af te dekken dat tegen het einde van de maand zou ontstaan. Dan toch zouden weer alle zeilen moeten worden bijgezet om de uitzetting van de bankbiljettencirculatie te financieren. Een lichtpuntje, waarmee vooralsnog echter niet te veel rekening werd gehouden, was wel, dat het rijk rond 25 mei nog 350 a 400 miljoen in de markt zou brengen voor bijzondere betalin gen, waaronder de vakantie-uitkeringen aan ambtenaren. Schatkistpapier Onmiddellijk nadat de discontoverhoging was ingegaan zag de Agent van het Ministerie van Financiën aanleiding verandering te bren gen in zijn condities bij de afgifte van schat kistpapier. De afgifte van zeven-maandspro- messen en twee-jaarsbiljetten werd stopge zet. Daarvoor in de plaats werden over de toonbank verkrijgbaar gesteld vijf-maands- promessen tegen een disconto van 4%. drie jaarsbiljetten tegen een rente van 5%% en vijf-jaarsbiljetten a 51/2%. Voor deze stukken bestond echter hoege naamd geen belangstelling. Op 10 mei ver hoogde de Agent wederom de prijzen van de drie- en vijfjaarsbiljetten en wel naar 51/2% respectievelijk 5%%. Elke vraag bleef echter uit, hetgeen bij de bestaande marktsituatie volledig verklaarbaar was. Krappe kapitaalmarkt In deze maand bleef ook op de kapitaalmarkt de situatie uiterst gespannen. De rentevoet bleef stijgen met als onvermijdelijk gevolg da lende obligatie- en aandeelkoersen over de gehele linie. Toch waren ditmaal de grote emittenten daar aan niet debet. Sedert de ten dele mislukte emissie van de Gasunie op 22 april 150 mil joen a 61/2% tegen een koers van 100) waren grote openbare emissies uitgebleven. 6384

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 18