Expansie en matiging
JAARVERGADERING:
REDE VAN DE HEER MERTENS
Na enige inleidende woorden sprak de heer
Mertens als volgt.
Geachte aanwezigen, U zult ongetwijfeld met
belangstelling hebben kennisgenomen van de
U toegezonden jaarverslagen betreffende on
ze organisatie. Daarbij was bovendien nog
gevoegd het verslag van de N.V. Gemeen
schappelijk Bankkantoor te 's-Gravenhage,
de bank waarin wij samenwerken met onze
zusterorganisatie te Utrecht.
Inzake onze eigen organisatie bevatten de
verslagen ook dit jaar weer gedetailleerde ge
gevens betreffende de aangesloten boeren
leenbanken, betreffende de Centrale Boeren
leenbank zelf, de Boeren-Hypotheekbank
en de Landbouwkredietverzekering 'Eindho
ven'. Daaraan zijn, zoals gebruikelijk, de ba
lansen toegevoegd van het Onderling Waar
borgfonds en van het Garantiefonds voor
Land- en Tuinbouw.
Het zal U niet zijn ontgaan, dat wij dit jaar in
het jaarverslag voor de eerste maal een sa
menvattend overzicht ter afsluiting hebben
opgenomen betreffende de totale activiteiten
van onze organisatie. Daarin zijn de ontwikke
lingen van de aangesloten banken, van de
Centrale Bank en van de Boeren-Hypotheek
bank samengevat en als één geheel be
schouwd. In dit overzicht zijn de genoemde
garantie- en waarborgfondsen en de LKE
buiten beschouwing gebleven, omdat zij een
andersoortige werkzaamheid uitoefenen dan
het eigenlijke uitleenbedrijf, dat de kern
vormt van de activiteiten van de in de gecon
solideerde balans begrepen instellingen. De
consolidatie van de balansen, zoals in het al
gemeen overzicht is geschied, verschaft de
mogelijkheid niet alleen om de uitleenactivi
teiten te analyseren maar geeft ook een goed
inzicht in de financiering daarvan. Ongetwij
feld spreek ik namens U allen, wanneer ik de
directie en haar medewerkers hartelijk dank
zeg voor de samenstelling van dit samenvat
tend overzicht in aansluiting aan de afzonder
lijke jaarverslagen van de onderscheidene in
stellingen.
Bepaald indrukwekkend is het hoge bedrag
ad f 628 miljoen, waarvoor de aangesloten in
stellingen samen (dus plaatselijke banken,
Centrale Bank en Boeren-Hypotheekbank) fi
nancieringen hebben verschaft in de vorm van
voorschotten en leningen.
De financiering middels krediet in lopende re
kening is hierbij niet inbegrepen. Het is inte
ressant hierbij op te merken, dat hiervan
270 miljoen betrekking had op bedrijfsfinan-
ciering, waarvan 55 miljoen buiten de agrari
sche sector; f 208 miljoen op woningfinancie
ring en 150 miljoen op financiering van niet
nader gespecificeerde objecten. Voor een be
drag van 287 miljoen kon de financiering ge-
6326