Geld en techniek JAARVERGADERING: REDE VAN DE HEER VAN CAMPEN De eerste drie maanden De voorlopige balans van de eerste drie maanden van 1966 brengt tot uitdrukking dat het beroep op de financieringsmiddelen bij de boerenleenbanken sterk is gestegen. Dit geldt voor alle sectoren, waarin de boerenleenban ken financieringsmiddelen beschikbaar kun nen stellen. Tegenover een stijging van do stortingen op spaarrekeningen zien wij een nog sterkere toeneming van de terugbetalin gen ten laste van spaarrekeningen. De voor schotverlening ligt een stuk hoger dan het vorig jaar. Bij de aantrekking van de middelen doet zich een verschuiving voor van de aanwas van spaargelden naar aanwas van termijndeposi to's. Het zou onjuist zijn om te zeggen, dat het spaarverkeer bij de boerenleenbanken in betekenis afneemt. Het vorig jaar werden 160.000 nieuwe spaarrekeningen geopend te genover 146.000 in het jaar daarvoor. Ook het nieuwe jaar geeft een verheugende ontwik keling te zien in de nieuw geopende spaar rekeningen. In de eerste drie maanden werden 67.200 nieuwe spaarrekeningen geopend, dat is ongeveer 2.000 meer dan in dezelfde perio de van verleden jaar. Binnen de stichtingen spaarbank vindt een verschuiving plaats naar de hoger rentende termijnspaarrekeningen. De aanwas van de spaargelden blijft slechts achter bij die van verleden jaar omdat de te rugbetalingen hoger zijn. Ook de spaarders bij de boerenleenbanken schijnen gegrepen te zijn door de bestedingsdrang. Daarnaast doet zich de invloed gelden van de aantrekkingskracht van de hoogrentende obli gaties. Ook worden spaargelden opgenomen voor de aankoop van onroerend goed. Hierin kunnen wij voor een gedeelte her belegging van onteigeningsgelden zien. Die vloeien thans in mindere mate naar de boe renleenbanken dan in vorige jaren. Alles bij elkaar kunnen wij concluderen, dat onze boerenleenbanken uit liquiditeitsoog punt onder een zekere druk staan, die door de seizoensomstandigheden is verscherpt. De onderstroom blijft echter gunstig. Dat komt met name tot uitdrukking in de grote aantallen nieuwe spaarrekeningen die bij de boeren leenbanken worden geopend. Daaruit blijkt dat de boerenleenbanken een grote aantrek kingskracht op het sparend publiek blijven uit oefenen. Wij mogen daarom de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. De ontwikkeling die wij in de afgelopen maan den hebben kunnen constateren, heeft echter ook duidelijk de noodzaak van aanpassingen geaccentueerd. Die aanpassingen zullen, zo als reeds aangekondigd, in de eerste plaats betrekking moeten hebben op de rentetarie ven. Vervolgens zou het wenselijk zijn, dat bij 6353

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 31