gelijkheden. Wij weten dat de koopkrachtige
vraag van de consument in West-Europa nog
zal stijgen. Hierdoor wordt de smaak verfijnd
en als men aan deze verfijnde smaak kan te
gemoetkomen, wordt het eigenlijk pas inte
ressant, op die markt te opereren. Een bulk-
produkt kan iedereen leveren, maar daar bo
venuit te gaan is een kunst. De ondernemers
in de Nederlandse land- en tuinbouw hebben
getoond dat zij daar verstand van hebben. Ik
zou hen vandaag nog eens willen aansporen,
ook op dit terrein actief te blijven. De grenzen
zijn nu reeds voor een deel open en zullen
straks helemaal open gaan. Op die buitenland
se markten is het aanbod uit Nederland be
trekkelijk gering, want wij exporteren wel
veel, maar op de grote Europese markt is het
niet zo'n groot deel. Daarom kunnen wij goe
de kansen maken, als wij maar zorgen voor
een kwaliteitsprodukt. De vooruitzichten in
deze zijn, zoals ik al zei, gunstig.
Financiering
Na deze opmerkingen over de in de toekomst
te verwachten prijzen kom ik tot de bedrijfs
voering op zichzelf. U bent daarbij als finan
ciers ten nauwste betrokken. Immers, alles
wat ik tot nu toe heb gezegd ten aanzien van
het individuele land- en tuinbouwbedrijf, wijst
erop, dat er moet worden gemoderniseerd en
dat er per man dus meer moet worden geïn
vesteerd dan vroeger. Dit betekent in heel
veel gevallen het aantrekken van vreemd ver
mogen, hetgeen in Nederland gelukkig kan
geschieden via een voortreffelijk werkend
boerenleenbanksysteem. Dit banksysteem
biedt moderne service tot in de verste uithoe
ken van het platteland en dat tegen rente
percentages die eerder laag dan hoog liggen
ten opzichte van andere sectoren. Zoiets is
uniek in de hele wereld. Het is een prestatie,
waarop u in uw boerenleenbankorganisatie
trots kunt zijn. Uit hetgeen ik vanmorgen weer
daarvan heb mogen vernemen en ook in uw
jaarverslag heb kunnen lezen, blijkt wel, dat
deze organisatie, te zamen met de Utrechtse,
iets tot stand heeft gebracht, waarop heel Ne
derland trots mag zijn. Bij verschillende gele
genheden is dit ook door ministers al uitge
sproken.
Al is ons kredietsysteem uniek, dit neemt niet
weg, dat de ondernemer die vreemd vermogen
aantrekt, ook via de boerenleenbank, rente
percentages moet opbrengen en aflossings
termijnen in acht nemen, zoals die in het geld
verkeer nu eenmaal van kracht zijn. Op het
ogenblik komt men dan, vooral ten aanzien
van de rente, tot een percentage dat zeer hoog
ligt en dat in Nederland in korte tijd tot deze
hoogte is gestegen. Dat geeft moeilijkheden,
maar toch merk ik dagelijks, ook als voorzitter
van het Borgstellingsfonds, dat de hogere ren
tepercentages tot nu toe de investeringen bij
boeren en tuinders niet zodanig afremmen, dat
men van een neiging tot stilstand zou moeten
gaan spreken. Ik acht het een gelukkig ver
schijnsel, dat er nog veel ondernemers zijn in
de land- en tuinbouwsector, die het met een
bedrijfsopzet, waarover zij goed hebben na
gedacht, durven te wagen, in de onderne
ming nog geld te steken. Maar het is op het
ogenblik wel moeilijker dan enige tijd gele
den.
Hoe kan men nu als ondernemer op de meest
verantwoorde manier deze investeringen ver
richten?
In de eerste plaats zou ik erop willen wijzen,
6347