nu eenmaal verbonden met het ondernemer zijn. Voor wat de sectoren betreft die wij in Ne derland kennen, heb ik zoëven al iets gezegd over het akkerbouwbedrijf. Heel veel hoef ik er niet aan toe te voegen. Ik geloof dat de ak kerbouwbedrijven met een extensief bouw plan groter zullen moeten worden, en aange zien de grond in Nederland schaars is en daardoor ook duur, houdt dat bepaald geen eenvoudige taak in. Ten aanzien van wat wij nog de gemengde bedrijven noemen, kunnen wij zeggen dat die een minimale grootte moeten hebben, afge stemd op het aantal uren dat één volwaardige arbeidskracht produktief kan maken. Wat het maximum is weet ik niet, maar het zal op die gemengde bedrijven meestal niet leiden tot een arbeidsbezetting van meer dan twee of drie mensen. Ook van de weidebedrijven moeten wij con stateren dat zij, gemiddeld genomen, in Ne derland met de huidige opzet te klein zijn. Zij zullen wat groter van omvang moeten worden, hetzij door toevoeging van grond en intensie ver benutting, hetzij door toevoeging van een tweede produktietak, zoals in bepaalde gebie den in Nederland al gebruikelijk is. De var kenshouderij bijvoorbeeld komt heel dikwijls gecombineerd met de rundveehouderij voor. Dat leidt tot redelijk goede resultaten. In de tuinbouwsector ligt het niet anders. Oor spronkelijk was de tuinbouw in Nederland vrij wel uitsluitend vollegrondstuinbouw. Nadien is men glas gaan gebruiken en op het ogen blik zien wij ook in de glassector ontwikkelin gen die tot grotere oppervlakten onder glas leiden. Bij de vollegrondstuinbouw blijkt ook, dat een bedrijfje van een hectare, als het niet door een 'kunstenaar' wordt bewerkt, op het ogenblik weinig perspectief meer biedt. Ook hier is dus een vergroting van bedrijfsom vang noodzakelijk. Daarbij rijzen dezelfde pro blemen als in de andere sectoren. Prijs en kwaliteit Hoe staat het nu met de marktsituatie van de produkten uit deze sectoren? Ik zou hierover heel kort willen zijn, omdat veel van deze za ken op het ogenblik, zoals u weet, in Brussel worden bekeken en omdat daar voor diverse produkten regelingen worden opgesteld. Wij hebben in West-Europa voor bepaalde granen een overschot, maar in de totaliteit is er een tekort. Voor enkele andere produkten is er ook nog sprake van een tekortsituatie, maar niet in de EEG-markt in haar geheel. Wij moe ten dus het perspectief van de markten niet te rooskleurig zien, maar aan de andere kant weet u uit de reeds in Brussel genomen maat regelen en uit hetgeen in Nederland is ge beurd, dat de overheid ook deze marktsituatie in Nederland op het ogenblik nauwlettend volgt en probeert catastrofes op de markt te voorkomen. Tot nu toe slaagt zij hierin al vrij aardig. Ik meen te mogen stellen, dat er voor de on dernemer ten aanzien van de op de markt te maken prijzen een redelijk perspectief be staat. Ik wil hieraan toevoegen, dat het voor al voor de Nederlandse ondernemers uiter mate belangrijk is, dat zij ook goed rekening houden met de kwaliteit die zij op de markt kunnen brengen. Nederland heeft in het ver leden al veel op dit gebied gepresteerd. Toch liggen er naar mijn mening ten aanzien van de kwaliteit van onze produkten nog mo- 6343

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 24