ders, met name wat de woningfinanciering be treft, onder de geldende omstandigheden zo nodig zullen moeten beperken. Wat de kredietmogelijkheden binnen de land bouw betreft, meent het bestuur dat 5.000 als maximum voor blanco kredieten hoog ge noeg is. Daarbij wil ik twee kanttekeningen maken. Ten eerste, dat de agrariërs bij de boe renleenbank nog over tal van financierings mogelijkheden beschikken met toepassing van bijzondere kredietregelingen. In de toe lichting bij het wijzigingsvoorstel worden er enkele daarvan aangeduid. Er zal moeilijk nog één bedrijfstak van betekenis in de land- en tuinbouw kunnen worden genoemd, waarvoor wij geen speciale financieringsregelingen ken nen. Niettemin - dat is mijn tweede kanttekening - is het denkbaar, dat in de praktijk toch weer nieuwe financieringsbehoeften zouden kun nen blijken. Wat dat betreft kan ik U verzeke ren, dat het bestuur volledig daarvoor open staat en zo nodig gaarne nieuwe financie ringsregelingen voor land- en tuinbouw in overweging zal nemen, hetzij in samenwer king met de Landbouwkredietverzekering 'Eindhoven', dan wel met het Borgstellings fonds voor de Landbouw. Daarbij kan ik ook de verzekering geven, dat wij geheel open staan voor een nauwe samenwerking met het onderzoek- en voorlichtingsapparaat, dat aan het Borgstellingsfonds verbonden is. De tweede kwestie betreft de leningen aan middenstanders. Wij hebben ons in het be stuur afgevraagd of wij blanco kredieten ook mogelijk zouden moeten maken voor de mid denstand. Het betreft een kwestie, waar nogal wat haken en ogen aan vastzitten, een kwes tie ook die niet in een handomdraai te rege len valt. Dat is dan ook de reden waarom een verdere studie noodzakelijk is, ook al omdat een verdere uitbreiding van de financierings mogelijkheden voor de middenstand een wij ziging van de statuten van de boerenleen banken noodzakelijk maakt. In dit verband wil ik wijzen op de ontwikkeling van de boerenleenbank tot wat wij zouden kunnen noemen 'de bank voor iedereen'. Met de modernisering van de landbouw en de openlegging van het platteland is ook de boe renleenbank gemoderniseerd en, om zo te zeggen, opengelegd. Die ontwikkeling is al een tijd lang bezig. De meesten van U zullen zich herinneren, dat zij enige jaren geleden al tot een algemene her ziening van de statuten heeft geleid. Intussen heeft de tijd niet stil gestaan; de ontwikkeling is eerder nog versneld. Wij achten daarom de tijd gekomen om een nieuwe herziening voor te bereiden. Binnen de centrale bank is de voorbereiding al in gang gezet. Op gelijke wijze als bij een vorige gelegen heid zal er straks een commissie worden be noemd uit de beheerders en de kassiers/direc teuren van de plaatselijke banken. Deze zal de ontwerp-voorstellen bestuderen en er haar mening over geven. Wij hopen die com missie in september van dit jaar bijeen te kunnen roepen. Bij die gelegenheid zullen wij ook de positie van de niet-agrarische bedrijven in het kader van de boerenleenbank opnieuw bestuderen. De kwestie van blanco kredieten aan niet- agrariërs krijgt dan ook haar juiste plaats in het geheel. Het is beter om daarop nu niet vooruit te lopen. 6337

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 15