Haken en ogen JAARVERGADERING: REDE VAN DE HEER DE VAN DER SCHUEREN Spanningen op de kapitaalmarkt De algemene vergadering valt in een periode waarin de spanningen op de kapitaalmarkt in scherpte toenemen. In het najaar van 1964 zijn die spanningen al begonnen. De uiteinde lijke oorzaak daarvan is de sterke bestedings- drang, die zich allerwegen voordoet. De loons verhogingen leiden tot een te grote vraag naar consumptiegoederen; de prijzen daarvan stij gen dan ook sterk. Ook in het buitenland blijft de krachtige vraag naar Nederlandse produk- ten aanhouden, waarbij moet worden opge merkt, dat de invoer de laatste tijd sterker toeneemt dan de uitvoer. De grote vraag naar goederen in binnen- en buitenland schept een klimaat waarin de on dernemers geneigd zijn om veel te investeren. En daarmee beginnen de moeilijkheden op de kapitaalmarkt, want de investeringen moeten worden betaald. De ondernemer doet daar voor een beroep op de banken en andere fi nanciële instellingen of ook rechtstreeks op de open kapitaalmarkt - en dan blijkt dat er niet voldoende middelen aanwezig zijn om aan dat verhoogde beroep te voldoen. Zo plant de beweging zich voort door de hele economie; prijsstijging en rentestijging zijn de onvermij delijke consequenties. Het zou misschien allemaal nog zo'n vaart niet lopen, indien de overheid haar bestedingen wat had kunnen matigen om een tegenwicht te bieden tegen de toeneming van de particuliere bestedingen. Wij weten allen dat het omge keerde is gebeurd. Men zou de situatie eenvoudig aldus kunnen samenvatten: wij willen in Nederland te veel ineens. Daarvoor is de produktiecapaciteit onvoldoende en dus stijgen de prijzen. Daar voor is ook het vereiste kapitaal niet aanwezig en dus stijgt de rente. In wezen was de situatie ook verleden jaar al zo. Toch bleef de rentevoet nog lange tijd vrij stabiel. Er deden zich zelfs maanden voor waarin de rente enige daling vertoonde. Dat bleef zo tot ongeveer oktober. Achteraf is daarvan wel een verklaring te geven. De in vesteringen in vaste activa lagen weliswaar het hele jaar door op hoog niveau, maar de investering in voorraden bleef lange tijd ge ring. De totale kapitaalvraag steeg daardoor weinig. Aan de andere kant werd er vrij veel kapitaal ingevoerd uit het buitenland. In het laatste kwartaal veranderde dat. De voorraadvorming nam toe en de kapitaalin- voer verminderde. Buitenlandse kapitaalvra gers, in het bijzonder de in Europa gevestigde Amerikaanse ondernemingen, verschenen op de Europese kapitaalmarkt. Toen pas kwam de kapitaalbehoefte in volle omvang aan het licht. Op de beurs ging het rendement van obliga ties dag na dag omhoog. In november bereik- 6333

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 11