Ontwikkeling, de Europese Economische Ge meenschap en het Internationale Monetaire Fonds. Bijzondere aandacht schenkt de schrij ver aan de Benelux. Op het gebied van deze samenwerkingsvormen is het boek ook bruik baar als naslagwerk. Aan het einde van het boek stelt professor Hartog de economische kernvraagstukken van de huidige wereld aan de orde. Eerst be spreekt hij, ter afsluiting van de financiële hoofdstukken, het internationale geldstelsel. Vervolgens wijdt hij een hoofdstuk aan de in ternationale conjunctuurbeweging, waarin de positie van de grondstoffenlanden centraal staat. Daarna bespreekt hij de positie van de grondstoffenproducenten in het algemeen. In het slothoofdstuk loopt zijn betoog dan uit op een behandeling van het allesomvattende pro bleem van de ontwikkelingslanden. Gezien het belang van het onderwerp zou dit deel misschien wat uitgebreid kunnen worden. Het is nu nogal summier uitgevallen, als men de 7 bladzijden die betrekking hebben op de ont wikkelingsproblemen vergelijkt met bijvoor beeld de 25 bladzijden die de theorie van de internationale specialisatie behandelen. Het standpunt van de schrijver ten opzichte van landbouwpolitiek mag bekend veronder steld worden. Hij heeft er weinig goede woor den voor over en meent dat de overheid door de landbouwers geprest wordt om het alge meen belang te verzaken. Dat standpunt komt ook in dit boek tot uiting. Het register zou voor een boek als het onder havige uitgebreider mogen zijn. Een voor beeld kan dat duidelijk maken. Op blz. 34 duiken de woorden bilateraal en multilateraal op, met een verklaring van hun betekenis. In het register zijn die woorden niet afzonderlijk opgenomen, wel bilateralisatie, dat op blz. 158 voorkomt, bilateralisme, dat op blz. 166 staat, en multilaterale betrekkingen, vermeld op blz. 145 en 146. De woorden bilateraal en mul tilateraal komen echter door de hele tekst voor; men kan ze dan evenwel niet opzoeken. Aangezien het boek blijkens de behandeling van de stof ook bedoeld is voor hen die hier voor het eerst met de besproken problemen kennismaken, zou een uitvoerig register op zijn plaats zijn. In het bijzonder zouden daar in alle fundamentele begrippen en termen, waarvan hier twee voorbeelden genoemd werden, opgenomen kunnen worden. Dat zou aanzienlijk bijdragen tot de bruikbaarheid van het boek voor degenen die het niet als studie boek willen gebruiken, maar die het een en ander eens willen naslaan als zij een bepaald probleem tegenkomen. 6321

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 31