genoeg om een doordacht reclameplan op te stellen. Er kan bovendien twijfel bestaan over de juistheid van bepaalde activiteiten, waar over men dan eigenlijk eens wilde praten en waarvoor een telefonisch advies al voldoende kan zijn. Het is wel haast onnodig op te merken, dat wij de opstelling van een reclameplan voor onze banken zeer belangrijk vinden. In de eerste plaats terwille van de continuïteit maar ook om tot een begroting van de kosten te komen. De uitgaven van onze boerenleenbanken op dit terrein zijn in vier jaar tijds tot het vier voudige gestegen. Het is van groot belang dat thans maatregelen worden getroffen om deze kosten vooraf te begroten. Bij het nemen van deze maatregelen kunnen onze boerenleen banken ervan overtuigd zijn, dat de centrale bank hun alle mogelijke medewerking zal verlenen. Iedere schroomvalligheid een be roep te doen op de betreffende afdeling, het zij voor een telefonisch advies dan wel voor een persoonlijk gesprek met een van de func tionarissen, beschouwen wij als misplaatst. Wanneer de kosten die onze banken in 1965 aan reclame besteed hebben bekend zijn, zul len wij vermoedelijk zien dat het bedrag van een miljoen gulden (de kosten in 1964) aan zienlijk zal worden overschreden. En al wordt het gezamenlijke balanstotaal in miljarden gul dens uitgedrukt, dan nog is dit ene miljoen voor ons toch altijd nog zeer belangrijk. Sprekend over de kosten, komen wij op de toelaatbare hoogte van de uitgaven voor re clame. Wij stellen gewoonlijk voorop dat deze uitgave 1/2%o van het enkelvoudige balans totaal niet te boven moeten gaan. Men kan daarover langdurig discussiëren. De praktijk wijst uit dat geen enkele onderneming, hetzij voor haar totale reclame hetzij voor de deel- reclame bij de introductie van nieuwe produk- ten, zich uitgaven veroorlooft die niet in een bepaalde verhouding staan tot het bereikbare resultaat en tot de overige bedrijfskosten. Bij onze banken kan het balanstotaal ongetwij feld een aanwijzing zijn voor de hoogte van de bedrijfskosten. Daaruit volgt dat er bij de op stelling van een begroting voor gewaakt dient te worden de gestelde norm te overschrijden. Natuurlijk gelden hiervoor uitzonderingen. De vestiging van een of meer bijkantoren in ste delijke woongebieden bijvoorbeeld vraagt uiteraard andere maatregelen, maar daarvoor gelden ook andere maatstaven. Doen zich omstandigheden voor die men niet heeft kunnen voorzien, dan dient voor de kosten van deze activiteiten ook een aanvul lende begroting te worden opgesteld. Hoewel aan een eenmaal opgezet plan de hand moet worden gehouden, zal het toch kunnen voor komen dat in de uitvoering van de onderdelen wijziging moet worden gebracht. De hierdoor ontstane verschuivingen in de kosten kunnen niet als budgetoverschrijdingen worden aan gemerkt, al blijft het natuurlijk nodig dat de be heerders van deze wijzigingen op de hoogte worden gesteld. Zoals reeds in de aanhef gezegd: het budget 1966 is zeer uitvoerig en gedetailleerd. Wij vertrouwen echter gaarne op de medewer king van onze boerenleenbanken. Dat reeds verschillende banken ons een begroting toe zonden, bewijst bij voorbaat dat dit vertrou wen niet misplaatst zal zijn. Boerenleenbank Olst 6270

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 8