Het propagandabudget 1966 Deze maand zijn aan onze boerenleenbanken de formulieren verzonden, aan de hand waar van zij voor 1966 een propagandaplan kunnen opstellen en ook de kosten, die aan de uit voering van dit plan verbonden zijn, kunnen berekenen. Wij zijn het met iedereen eens die zegt, dat het zeer uitvoerig en gedetailleerd is en dat een serieuze invulling van de formulie ren enige tijd zal vergen. Toch hebben wij gemeend onze banken te kunnen vragen zich te verdiepen in de mogelijkheden die aanwezig zijn voor doeltreffende reclame. Bij het over zien van de mogelijkheden kunnen wellicht ideeën rijpen om aan bepaalde onderdelen eens speciale aandacht te besteden. Bepaalde bankfuncties zijn wellicht nog weinig bekend. Het dienstenpakket is verder uitgebreid en hiervan dienen toch op zijn minst de relaties in kennis te worden gesteld. De opstelling van een plan en het bepalen van de daaraan verbonden kosten is de grond slag van elke reclamecampagne. Zonder plan geen omschreven doel en geen waarborg voor doorlopende actie, een van de grondbegin selen in de reclame. Reclamecampagnes moe ten niet voortkomen uit plotselinge opwel lingen of uit paniek omdat de concurrent van zich laat horen. Zorgvuldig overleg over wat men wil bereiken - daarbij rekening houdend met de beschikbare gelden - en over de uit voering van het eenmaal opgezette plan, moet het uitgangspunt zijn, uiteraard zonder dat dit tot starheid leidt. Bij het ontwerpen van het formulier voor de opstelling van het reclamebudget voor 1966 hebben wij doelbewust nagelaten de boeren leenbanken instructies te geven over wat zij zouden doen. De instructies zouden immers slechts zeer algemeen hebben kunnen zijn. En dit nu hebben wij willen voorkomen. De opstelling van het budget vraagt van iedere directeur/kassier dat hij zich verdiept in de mogelijkheden van zijn bank en de verwe zenlijking ervan. Wellicht zal hij tot de ont dekking komen, dat er meer mogelijkheden zijn dan hij tot dan toe veronderstelde. Mis schien ook zal hij tot de ontdekking komen, dat niet alles in een jaar ten uitvoer gebracht kan worden. Dit laatste is geen reden tot be zorgdheid. Het is wel een aanleiding om zich af te vragen aan welke onderdelen van het bankbedrijf het eerst aandacht moet worden besteed. Nu zijn wij er ons terdege van bewust, dat re clame niet het enige onderwerp is waarin de directeuren/kassiers van onze boerenleen banken zich moeten verdiepen. Bij de veelheid van problemen die zich dagelijks voordoen en die om een directe oplossing vragen, is het alleszins menselijk dat de opstelling van een reclamebudget verschoven wordt naar een rustig moment. Het is echter onze ervaring dat er geen rustige momenten meer zijn, lang 6269

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 7