Geld- en Kapitaalmarkt Blijvend krap Voor de geldmarkt heeft februari zich van een zeer slechte zijde laten zien. Zonder enige on derbreking is de geldmarkt uitgesproken krap geweest. Werd de officiële daggeldrente op 27 januari met 1/2% verhoogd tot 4%, op dit hoge niveau werd zij zonder onderbreking in de maand februari gehandhaafd. De marktren- te voor daggeld bewoog zich echter bijna con stant op een niveau dat wel 1/2% daarboven lag. Daarbij is het tekenend, dat tegen die prij zen meestal geen aanbod te bespeuren viel. Februari begon al met een moeilijke start. Vol gens de weekstaat van de Nederlandsche Bank. per 31 januari moesten de banken het toen doen met een saldo van slechts f 62 miljoen. Dit zou nog niet zo somber zijn als de banken op dat tijdstip niet voor f 173 miljoen voor schotten bij haar hadden opgenomen. Een oorzaak, maar niet de enige, van dit moei lijke begin was de bankbiljettenuitzetting ter fi nanciering van de februari-ultimo. Deze beliep het niet al te hoge bedrag van f 240 miljoen. Forse belastingbetalingen alsmede deviezen- aankopen maakten echter dat het totale be roep op de kassen der banken erg zwaar uit viel. Op 1 februari verrichtte het rijk betalingen ad. 70 a 80 miljoen uit hoofde van vervallen cou pons en lossingen op de gevestigde en vlotten de staatsschuld. Voorts kwam in de eerste week van deze maand voor niet minder dan f 221 miljoen aan bankpapier bij de banken te rug. Het vervelende voor de banken was ech ter dat de ontvangen gelden weer even snel wegrolden en uiteindelijk in de vorm van be lastingbetalingen naar de schatkist terugkeer den. Zo kwam het dat de geldmarkt er uitein delijk niets op vooruitging. Uit de weekcijfers per 14 februari viel weer geen verruiming te bespeuren. Tegenover de vermindering van de bankbiljettenomloop met circa f 80 miljoen stonden belastingbetalingen voor een nagenoeg gelijk bedrag. De banken moesten opnieuw een beroep doen op de Ne derlandsche Bank en wel door f 92 miljoen aan voorschotten op te nemen. Zodoende liepen de voorschotten op tot een totaal van f 258 miljoen. Oorzaak hiervan was het feit, dat de banken genoodzaakt waren vóór 15 februari hun straf- depositoverplichtingen te hebben ingelost. Al hadden velen in de aanvang van de strafdepo- sitoperiode er forse bedragen voor opge spaard, spoedig moesten zij daarmee ophou den. De ultimofinanciering en de belastingbe talingen eisten nagenoeg alle beschikbare middelen op. Tijdens de laatste dagen moes ten de desbetreffende banken alle zeilen bij zetten om hun depositorekeningen glad te stel len. De vijftiende van de maand zou weer enige 6284

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 22