meer te beklemtonen. Wel willen wij nog en
kele cijfers noemen. Op 1 juli 1965 waren er
ruim 650.000 zilvervlootspaarders met een
tegoed van 405 miljoen gulden. De toeneming
ten opzichte van 1 juli 1964 beliep 91/2
het gemiddelde tegoed per rekening be
droeg 617 gulden. Van het totaal aantal deel
nemers spaarden er 123.825 of 18,8 bij onze
boerenleenbanken. Deze spaarders hadden
75.931.000 gulden ingelegd of 18,7 van het
totaal. Het gemiddelde tegoed van de spaar
ders bij de boerenleenbanken (613 gulden)
wijkt praktisch niet af van het landelijk gemid
delde (617 gulden).
Op het gevaar af de verdenking op ons te
laden dat wij graag stokpaardjes berijden,
zouden wij het aandeel van onze banken, zo
wel wat het aantal deelnemers als het aandeel
in guldens betreft, nu toch wel eens de 20%
grens willen zien overschrijden. Wij weten het,
wij hameren er al enkele jaren op. Volgens ons
moet het mogelijk zijn. Wij kunnen echter
alleen het materiaal voor de activiteiten leve
ren. De activiteiten zelf moeten van de boe
renleenbanken uitgaan. Nu de drukte van de
jaarstukken voor de meesten achter ae rug is,
vertrouwen wij dat aan de activiteiten op het
gebied van het Ideaal Spaarplan de Zilvervloot
in de komende maanden extra aandacht wordt
besteed.
Boerenleenbank Olst