Het financierings-
onderzoek
De laatste jaren zijn de financieringsmoge
lijkheden sterk uitgebreid. Met deze uitbrei
ding wilde de boerenleenbank investeringen
mogelijk maken die de rentabiliteit van het
agrarisch bedrijf zouden kunnen verbeteren
of handhaven. Rente en aflossing moeten dan
in hoofdzaak uit afschrijvingen en winst op
de nieuwe investering worden voldaan. Dit
uitgangspunt bij de financiering zal weinig
risico's geven als de rentabiliteit van de be
drijfstak voortdurend goed is. Het probleem
is evenwel, dat sommige bedrijfstakken matig
winstgevend zijn; andere bedrijfstakken ken
nen toch op zijn minst van tijd tot tijd een
terugslag in de ontwikkeling, zoals bijvoor
beeld momenteel bij de tuinbouw onder glas is
waar te nemen. Ook bij de middenstandsbe-
drijven is dat in sommige branches het geval.
Als de bank meer risico neemt bij de finan
ciering, hetzij door de uitbreiding van de fi
nancieringsmogelijkheden, hetzij door een da
lende rentabiliteit van de bedrijfstak, heeft dat
consequenties voor haar werkwijze bij uitle
ningen. Enkele praktische aanwijzingen ter-
2642
zake van het financieringsonderzoek kunnen
eventueel moeilijkheden voorkomen. Een goed
financieringsonderzoek is in het belang van de
kredietaanvrager en van de bank.
Het begroten van de investeringsuitgaven
Allereerst moeten wij erop wijzen dat de on
dernemer zijn investeringsplan niet te krap
moet begroten. De ervaring leert dat een on
dernemer die wil investeren, nogal eens de
neiging heeft om de daarvoor benodigde finan
cieringsmiddelen al te krap te nemen. Dit geldt
niet alleen voor streken waar nog veel terug
houdendheid bestaat om schulden aan te
gaan; ook in gebieden, waar 'men' zegt, dat er
gemakkelijk wordt geleend, blijkt soms een
ongemotiveerd optimisme te bestaan. De bank
moet daarom de uitgavenbegroting met de
ondernemer bespreken. Op basis daarvan
dient vervolgens het financieringsplan te wor
den opgesteld.
Beschikbare eigen middelen
In het kader van het financieringsplan is de
eerste vraag, hoeveel middelen de ondernemer
voor het uit te voeren investeringsplan zelf ter
beschikking kan stellen. Daarbij moet er voor
al op worden gelet, dat hij niet teveel liquidi
teiten aan het bedrijf gaat onttrekken. Ook
moet hij oppassen voor een onevenredig hoge
financiering op korte termijn door leverancier
of aannemer. Dit gebeurt wel eens in de ver
wachting, dat dergelijke schulden uit de winst
van het eerstkomende jaar kunnen worden af
betaald. In de praktijk blijkt echter juist vaak,
dat door aanloopmoeilijkheden de winst over
de eerste jaren tegenvalt. Het zou niet juist