de boerenleenbank MAANDBLAD VOOR FEBRUARI 1966 VOORTZETTING VAN DE MAANDELIJKSE MEDEDELINGEN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK EINDHOVEN No 537 Een bank is een instelling die geld uitleent dat zij zelf eerst heeft opgenomen. Lang voorbij zijn de tijden waarin een bankier zijn privé- kapitaal uitzette of waarin de bank steunde op het kapitaal van enkele rijke lieden. De bank is geen symbool van rijkdom meer. Zij nodigt het publiek uit om geld aan haar toe te vertrouwen, tegen betaling van een billijke rente en met de verzekering dat zij er goed op zal passen. Het spreekt vanzelf dat zij daarom de grootst mo gelijke voorzichtigheid betracht als zij dat geld weer gaat uitlenen. Zij zal nooit alles uitlenen, maar een flink deel beleggen in veilige staats papieren. Ook voor het deel dat zij wel uit leent neemt zij alle nodige voorzorgen. Zij onderzoekt elke aanvraag met kritisch oog en vraagt, ook als zij besluit erop in te gaan, waar borgen voor de prompte betaling van rente en aflossing. Van die waarborgen moet de bank echter, als alles goed is, slechts bij hoge uit zondering gebruik hoeven te maken. Het be langrijkste is dan ook niet daarin gelegen, maar in het onderzoek naar de achtergrond van de aanvraag, de persoon van de aanvra ger, zijn bedrijf, het doel van de lening enzo voort. Over dat financieringsonderzoek han delt in dit nummer ons eerste artikel. In ditzelf de nummer bespreken wij een boek waarin - onder meer - het financieringsonderzoek van de andere kant wordt bekeken, namelijk van de kant van de kredietnemer. Het is ons een genoegen dit boek te kunnen aankondigen, omdat een van de twee auteurs tot onze eigen kring behoort. Dat betekent niet dat wij ons kritisch oog bij de lezing van dit boek dicht gedaan zouden hebben. Het zou dan trouwens moeilijk lezen zijn. Maar misschien herkent de nauwkeurige lezer in ons eerste artikel ge dachten die ook in het boek te vinden zijn. 2641

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 3